Tussen stabiliteit en ‘moeten veranderen’: Een kwalitatief onderzoek naar het veranderende werk van de Sociaal-Economische Raad en de invloed daarvan op het werk van de beleidsmedewerkers
Summary
In deze scriptie worden de veranderingen binnen het werk van de SER onderzocht vanuit het perspectief van de beleidsmedewerker. Door de veranderingen binnen de context van de SER, verandert daarmee ook het werk van de beleidsmedewerker. De volgende onderzoeksvraag zal de leidraad vormen voor dit onderzoek:
Welke veranderingen in de organisatie ervaren beleidsmedewerkers van de SER in hun werk?
De grootste veranderingen binnen het werk van de beleidsmedewerker zijn:
- De toename van het aantal stakeholders bij de SER en de verandering van de positie van de klassieke stakeholders (werkgevers/werknemers);
- De verwachting vanuit de organisatie dat de beleidsmedewerkers over directiegrenzen heen kunnen werken;
- Dat blijven leren binnen de organisatie steeds belangrijker wordt vanwege de snel veranderende context waarin de SER opereert.
Deze veranderingen die voortkomen uit de data zijn in deze scriptie afgezet tegen wetenschappelijke literatuur. Er wordt op basis van de theorie en de data geconcludeerd dat de SER en haar beleidsmedewerkers zich in een tussenfase lijken te bevinden. Tussen bijvoorbeeld bureaucratie en post-bureaucratie (Heckscher, 1994) of tussen mechanisch en organisch (Burns & Stalker, 1995). Dit wijst erop dat de SER niet een keuze lijkt te maken voor het één of het ander, wat leidt tot de nodige tegenstrijdigheden binnen het werk van de beleidsmedewerker. Dit zijn tegenstrijdigheden tussen de autonome en dienende rol van de beleidsmedewerker, tussen het over directiegrenzen heen werken of juist op één directie toegespitst zijn en tussen het kunnen leren van verschillende richtingen of vooral toegespitst zijn op de huidige functie en werkwijze.
Dit maakt dat de beleidsmedewerker te maken heeft met allerlei tegenstrijdigheden binnen het eigen werk, wat misschien wel de grootste verandering is binnen het huidige werk van de beleidsmedewerker, namelijk dat het werk niet meer eenduidig is. Dit zegt niet alleen iets over de beleidsmedewerker, maar ook over de tussenfase waar de SER als organisatie in zit. Dit is een fase waarin de oude, hiërarchische en formele werkwijze nog de basis is, maar waarbij nieuwe werkwijzen zoals flexibiliteit in de ogen van de respondenten belangrijker worden, maar nog niet volledig worden uitgevoerd.