Terrorisme als uitkomst voor de identiteitscrisis van de NAVO
Summary
Na de aanslagen van 9/11 mengde de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) zich op een actieve
wijze in de strijd tegen terrorisme. Dit is opvallend, aangezien terrorisme niet haar oorspronkelijke
bestaansreden was: deze was na het uiteenvallen van het Warschaupact verdwenen. De alliantie hield niet
op te bestaan en was opzoek naar een nieuwe bestaansreden. Dit was niet makkelijk in een tijd van
mondiale wanorde waarin de veiligheidsverhoudingen zich aan het herschikken waren. Terrorisme was
geleidelijk aan het terugkeren in de maatschappij. De NAVO had dit gevaar nog niet onderkend, tot 11
september 2001 toen de Verenigde Staten (VS) op eigen grondgebied werden aangevallen. De NAVO
toonde zich vanaf het eerste moment solidair aan de VS en voerde artikel 5 van het Noord-Atlantische
verdrag in. Dit betekende dat ze de VS zou steunen in de maatregelen en militaire acties die ondernomen
zouden worden in de strijd tegen terrorisme. De NAVO mengde zich actief in de strijd tegen terrorisme,
maar werd in haar mogelijkheden beperkt door de VS. De NAVO besloot echter door te zetten en de strijd
met het terrorisme aan te gaan. Zij diende haar keuze echter wel te verantwoorden en poogde dit
veelvuldig door te securitiseren in haar speech act, bestaande uit persverklaringen en toespraken over
terrorisme. In de speech act werd gesecuritiseerd door een discours te vormen, een vijandbeeld te creëren
en de bescherming van burgers te benadrukken. Door deze mate van securitisering en hiermee terrorisme
tot haar nieuwe bestaansreden te maken, slaagde de NAVO erin haar inmenging in de strijd tegen
terrorisme te verantwoorden en te bewijzen dat ze onmisbaar was in de veranderde wereldorde.