| dc.description.abstract | Kunstlicht	in	de	stad	heeft	grote	voordelen,	maar	ook	nadelen.	Kunstlicht	in	de	openbare	ruimte	vraagt	veel	energie	en	zorgt	voor	lichtvervuiling,	maar	kunstlicht	is	cruciaal	om	de	openbare	ruimte	te	kunnen	gebruiken	in	het	donker.	Voor	sommige	groepen	is	kunstlicht	belangrijker	dan	voor	andere	groepen,	uit	de	literatuur	blijkt	dat	vrouwen	donkere	plekken	in	de	stad	ontlopen.	Het	doel	van	dit	onderzoek	is	inzicht	krijgen	in	de	rol	van	kunstlicht	op	de	ervaring	van	vrouwen	in	de	openbare	ruimte	in	het	donker.	Dit	doel	wordt	bereikt	door	een	case	study	te	doen	in	het	centrum	van	Alkmaar,	waarbij	de	volgende	vraag	centraal	staat:		
	Hoe	beïnvloedt	kunstlicht,	tijdens	de	donkere	uren,	de	ervaring	van	vrouwen	in	de	openbare	ruimte	van	het	centrum	van	Alkmaar?		
Om	een	antwoord	te	kunnen	geven	op	de	onderzoeksvraag	wordt	een	kwalitatieve	onderzoeksstrategie	toegepast.	Na	een	uitgebreide	literatuurstudie	bestaat	de	dataverzameling	uit	observaties,	walkalong	interviews	en	expert	interviews.	Uit	de	
resultaten	blijkt	dat	verschillende	soorten	lampen	in	het	centrum	van	Alkmaar	invloed	hebben	op	de	ervaring	van	vrouwen	in	de	stad.	De	lichten	verhogen	het	veiligheidsgevoel,	de	sfeer	en	de	verkeersveiligheid	in	de	stad.	Uit	het	onderzoek	blijkt	dat	het	kunstlicht	in	de	stad	nog	steeds	cruciaal	is,	maar	dat	een	aantal	lampen	uitgezet	kan	worden.	De	straatlantaarns	moeten	aan	blijven	staan	voor	het	veiligheidsgevoel,	maar	de	commerciële	lichten	en	sfeerlichten,	die	ook	in	grote	getale	aanwezig	zijn	in	de	binnenstad	van	Alkmaar,	mogen	volgens	een	aantal	van	de	gesproken	vrouwen	uitgezet	worden.	Bovendien	hebben	de	vrouwen	voorkeur	voor	warm	gelig	licht,	terwijl	de	gemeente	Almaar	steeds	meer	wit	fel	licht	gaat	toepassen	in	de	openbare	verlichting.	Dit	laat	zien	dat	er	een	frictie	is	tussen	de	geplande	openbare	ruimte	en	de	beleefde	openbare	ruimte.	Een	aanbeveling	is	om	in	de	toekomst	vanuit	de	beleving	van	de	gebruikers	het	beleid	openbare	verlichting	op	te	stellen,	waarbij	het	behouden	van	het	donker	een	integraal	onderdeel	van	het	gemeentelijke	beleid	moet	zijn. |  |