Ecocentrisch relationisme. De relationele houding en het ecocentrisme in 'Gebrek is een groot woord' van Nina Polak en 'Het tegenovergestelde van een mens' van Lieke Marsman
Summary
Een aantal theoretici typeren de periode na het postmodernisme aan de hand van opvattingen waarbij een relationele verhouding tot andere mensen en de directe omgeving aan de basis ligt. Om te onderzoeken of de verhouding tot de natuur in de periode na het postmodernisme ook relationeel van aard is, geef ik in deze scriptie antwoord op de vraag: ‘In hoeverre geven de waarneming en thematisering van de natuur in 'Gebrek is een groot woord' van Nina Polak
en 'Het tegenovergestelde van een mens' van Lieke Marsman blijk van een ecocentrische en/of relationele houding ten opzichte van de natuur/het milieu?’ Om deze vraag te beantwoorden maak ik een theoretische koppeling van relationisme en ecocentrisme. In het werk van Angelsaksische theoretici en de Nederlandstalige wetenschappers Merlijn Olnon en Yra Van Dijk en Hans Demeyer en Sven Vitse zijn verschillende aspecten van de relationele houding
te vinden. Ik stel voor om deze theorieën gezamenlijk aan te duiden als ‘relationisme’, naar het begrip van Olnon en Van Dijk. Het ecocentrisme ziet de mens als slechts een onderdeel van de natuur, dat een complexe, onderling afhankelijke relatie heeft met de natuur. Volgens Ashton Nichols horen bij het ecocentrisme een zelfbewustzijn en identiteitsopvatting die in relatie met de natuur tot stand komen en gevormd worden. Het ecocentrisme beschrijft in feite
een relationele houding ten opzichte van de natuur. In deze scriptie verbind ik het ecocentrisme en het relationisme aan elkaar met de term ecocentrisch relationisme. Het relationisme concretiseert de implicaties van de relationele houding ten opzichte van de werkelijkheid en identiteit, terwijl het ecocentrisme verheldert dat een dergelijke houding ook ten opzichte van de natuur zou kunnen bestaan. Aldus stel ik voor om de inzichten van het relationisme in te zetten om te onderzoeken of de verhouding tot de natuur op eenzelfde manier vormend is voor identiteit, werkelijkheidsopvatting, zelfbeeld en engagement. Om de
combinatie tussen het ecocentrisme en het relationisme te onderzoeken in de romans van Marsman en Polak bestudeer ik respectievelijk de waarneming van de natuur, de thematisering van de natuur en de thematisering van het relationele. Vervolgens breng ik deze stappen samen in een interpretatie in het licht van het ecocentrisch relationisme. Uit de analyse blijkt dat de waarneming en thematisering van de natuur en het relationele in 'Gebrek is een groot woord' van Nina Polak en 'Het tegenovergestelde van een mens' in beperkte mate blijk geven van een ecocentrische en een relationele houding ten opzichte van de natuur. De verhouding tot de natuur is vaak metaforisch voor en ondersteuning biedend aan de relatie met andere mensen. De relationele houding ten opzichte van natuur blijkt met name van toepassing te zijn op milieuproblematiek, en niet op natuur als ding op zich.