Linguïstische concepten in het grammaticaonderwijs
Summary
Het huidige grammaticaonderwijs is erg prescriptief en legt de nadruk op het aanleren van zogeheten ezelsbruggetjes, die vaak niet leiden tot meer begrip van de taal. Het aanleren van taalkundige kennis zou kunnen helpen om leerlingen meer inzicht te geven in taal. Dat gebeurt echter nog nauwelijks. In dit onderzoek wordt gekeken naar de opvattingen van docenten, die veel invloed hebben op de invulling van het grammaticaonderwijs, en studenten ten opzichte van het gebruik van linguïstische concepten in de grammaticalessen. De hoofdvraag luidt: Welke factoren zijn van invloed op studenten en docenten wat betreft het willen gebruiken van taalkundige concepten in het grammaticaonderwijs aan een vwo4-leerling op de middelbare school? Met behulp van een vragenlijst zijn 213 participanten onderzocht. Uit de resultaten blijkt dat er belangstelling is voor het gebruik van linguïstische concepten in de les. Ook blijkt dat het type leerling dat onderwezen wordt en de taal van het schoolvak een rol spelen in het willen behandelen van concepten. De concepten lijken nuttiger gevonden te worden als de toepassing van de concepten in de talen verschilt. Dit komt mogelijk doordat ervan uit wordt gegaan dat leerlingen impliciete kennis van de concepten hebben, die ze kunnen overdragen naar andere talen. Dat zou minder gemakkelijk gaan als het concept in een andere taal een andere vorm heeft, zoals bij naamval in het Duits. Er blijkt geen verschil te zijn tussen docenten en studenten in het willen opnemen van de concepten in de les. Docenten en studenten blijken meer op één lijn te zitten dan verwacht.