De bio-industrie: Efficiënt, maar immoreel
Summary
De bio-industrie is ingericht op economische efficiëntie (Horrigan, Lawrence & Walker, 2002; Williams, 2008; Pluhar, 2009), met verstrekkende gevolgen voor het welzijn van de dieren in die industrie (Bitmann, 2009). In de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor de problematiek van de bio-industrie, ook vanuit de media. In het fragment ‘Bio-industrie’ uit Zondag met Lubach (VPRO, 2017) wordt deze problematiek op satirische wijze besproken. In dit onderzoek is door middel van een kritische discoursanalyse onderzocht hoe de problematiek van de bio-industrie in het fragment van Zondag met Lubach wordt gerepresenteerd, en welke rol satire in deze representatie speelt. Er is onderzocht in hoeverre morele, milieu- en gezondheidsoverwegingen worden aangehaald als motivatie om veganist te worden. Veganist worden zou namelijk een logische stap zijn in de aanpak van de problematiek van de bio-industrie. In dit onderzoek is echter gebleken dat veganist worden volgens Zondag met Lubach geen logische oplossing is. Enkel het eten van vlees met een ‘beter-leven’ keurmerk wordt voorgedragen. Milieu- en gezondheidsoverwegingen spelen hierbij geen rol, enkel het feit dat de dieren in de bio-industrie op immorele wijze worden behandeld. Dit komt volgens Zondag met Lubach vdoor het feit dat deze industrie is ingericht op economische efficiëntie. Het gegeven dat niets aan deze problematiek wordt gedaan, komt volgens Zondag met Lubach door de neoliberale instelling van de Nederlandse samenleving. Door het ‘slechter-leven’ keurmerk te introduceren, legt Zondag met Lubach de verantwoordelijkheid bij de kijker.