Spreiding van kennis, macht en inkomen. De invloed van marktelites op het wetsvoorstel vermogensaanwasdeling van het kabinet-Den Uyl.
Summary
In 1973 kwam in Nederland het linkse kabinet-Den Uyl aan de macht. Dit kabinet wilde een aantal progressieve maatschappijhervormende voorstellen invoeren, waar de vermogensaanwasdeling (VAD) er één van was. Dit was een regeling die bedrijven verplichtte om op collectieve wijze werknemers te laten delen in de winst. In 1975 diende het kabinet het wetsvoorstel in en vervolgens werd het bediscussieerd in de Tweede Kamer. Uiteindelijk werd het wetsvoorstel echter niet doorgevoerd. Deze gebeurtenis wordt in deze scriptie onderzocht door gebruik te maken van de theorie van de ‘cyclus van een markteconomie’ van Bas van Bavel. Hij stelt dat in een markteconomie een kleine marktelite steeds meer economische macht verkrijgt en dit kan omzetten in politiek invloed. In deze scriptie wordt daarom onderzocht in hoeverre marktelites invloed uitoefenden op het tegenhouden van de VAD. De werkgeversorganisatie VNO/NCW wordt onderzocht als marktelite. In het bijzonder wordt er gekeken naar de invloed van marktelites op de KVP-fractie. De KVP leverde als gedogende partij namelijk veel kritiek op de VAD. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden worden handelingen uit de Tweede Kamer, archiefstukken van de KVP en stukken van de werkgeversorganisatie VNO/NCW onderzocht.
Uit het onderzoek blijkt dat de weerstand van de marktelites groot is. Bedrijven en VNO/NCW keren zich tegen de collectieve opzet van een VAD die de regering beoogt. Een meer individuele, ondernemingsgewijze opzet in de vorm van een raamwet zouden ze echter wel accepteren. De marktelites hebben duidelijk invloed gehad op de KVP. De KVP maakt zich vooral druk om het effect van de VAD op het investeringsklimaat, ook komen veel kritiekpunten van de KVP overeen met VNO/NCW en krijgt de KVP-commissie een aantal keer bezoek van bedrijven die hun zorg uiten over de VAD. Hoewel ook de vakbond FNV kritiek uit op het wetsvoorstel, sluit zij zich wel aan bij de collectieve opzet van de regering. Dat er uiteindelijk geen vermogensaanwasdeling doorgevoerd werd, kan echter niet alleen verklaard worden door de invloed van marktelites. Ook de standvastige houding van minister-president Den Uyl speelde een rol. Als hij had toegegeven aan de eis van VNO/NCW een individuele VAD in de vorm van een raamwet op te stellen, was er misschien wel een vermogensaanwasdeling gekomen. Dit zou dan echter wel precies op de manier zijn zoals de marktelites die wilden. Dit onderzoek onderstreept dus dat marktelites ook in moderne markteconomieën invloed uitoefenen op politieke besluitvorming. Er is echter wel behoefte aan verder onderzoek naar het functioneren van de marktelites.