Van Statuut tot Revolte
Summary
Tijdens het postkoloniale tijdperk van de 19e en 20e eeuw brak er met de komst van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden een nieuwe periode aan op Curaçao. De beloofde autonomie en de gelijkstelling van de landen binnen het koninkrijk werden geacht te leiden tot emancipatie van de Afro-Curaçaoënaars. Erkenning van de Antilliaanse identiteit zou moeten bijdragen aan de vorming van een nationale identiteit die op Curacao nog grotendeels ontbrak. De komst van het Statuut in 1954 schiep verwachtingen die al dan wel, al dan niet werden waargemaakt door het Curaçaose bestuur. Onder de bewoners van Curaçao heerste verdeeldheid en er was een duidelijk hiërarchie zichtbaar op het eiland. In de jaren zestig zorgen problemen in de politieke besluitvorming voor een onrustig klimaat op Curacao waarin de Afro-Curaçaoënaars zich begonnen te verenigen tegen de heersende elite. Uiteindelijk brak er tegen het einde van de jaren zestig een opstand uit. Deze scriptie tracht een verband te leggen tussen het Statuut van 1954 en de opstand van 30 mei 1969 aan de hand van het proces van nationale identiteitsvorming op Curaçao.