De samenhang tussen fonemisch bewustzijn en taalgerelateerde vaardigheden: de verschillen tussen groep 4 en 7 onderzocht

Abstract

Inleiding – In dit onderzoek staat het fonemisch bewustzijn (FB) en de samenhang met lezen, spellen, continu benoemen (CB) en verledentijdsinflectie (VI) centraal. Methode – Er zijn 50 kinderen, uit groep 4 en 7, getest op taken van FB, lees- en spellingsvaardigheid, CB en VI. Resultaten – De weglatingssnelheid in groep 4 en de verwissel- en totale snelheid in groep 7 van de FAT is significant bij de EMT en de Klepel. Er is een significante samenhang tussen de variabelen actieve spellingsvaardigheid en accuratesse en orthografische vaardigheid en accuratesse in groep 4. De leesvaardigheid hangt significant samen met de orthografische vaardigheid in beide groepen. CB totaaltijd correleert met de onderdelen van de FAT. De FAT- en VIT regelmatige werkwoordscore hangen significant samen met de totaalgroep en groep 7 apart. De FAT-totaalscore verklaart 7,7% variantie van de VIT regelmatige werkwoordenscore bij kinderen die onregelmatig werkwoorden volgens de regels infecteerden. Conclusie – Accuraatheid in het lezen groeit door middel van FB naarmate het leesproces vordert. Daarbij blijkt dat snelheid in FB lezen positief beïnvloed. FB speelt bij de spellingsvaardigheden van jongere kinderen een grotere rol. FB hangt op oudere leeftijd sterker samen met de actieve spellingsvaardigheid dan de orthografische vaardigheid. De orthografische vaardigheid hangt sterk samen met de leesvaardigheid. De samenhang tussen CB en FB kan niet voldoende aangetoond worden. VI blijkt een leeftijdsgebonden ontwikkeling te hebben. Er kan echter geen eenduidig antwoord worden gegeven betreft welk mechanisme wordt gehanteerd.

Summary Introduction – Phonemic awareness (PA) as well as its coherence with reading, spelling, Rapid Automized Naming (RAN) and past tense inflection (PI) are the focus of this research. Method –50 children from grade 4 and 7 have been tested on tasks regarding PA, reading and spelling capabilities, RAN and PI. Results – The deletion speed in grade 4 as well as the switching and total speed in grade 7 on the FAT correlate significantly with the EMT and Klepel. The active spelling capabilities and accuracy correlate significantly with orthographic capabilities and accuracy in grade 4. The reading capabilities correlate significantly with the orthographic capabilities in both grades. RAN total time correlates with some components of the FAT. De FAT- and VIT regular verb score correlate significantly with the total group as well as grade 7 separately. The FAT total score explains 7,7% variance of the VIT regular verb score with children that inflect irregular verbs by the rules. Conclusion – Accuracy in reading grows throughout the reading process by means of PA. Also, speed in PA has a positive effect on reading. PA has more influence on the spelling capabilities of younger children. PA correlates stronger with the active spelling capabilities than the orthographic capabilities in older children. The orthographic capabilities correlate strongly with the reading capabilities. The coherence between RAN and PA cannot be proven sufficiently. PI appears to have an age-related development. However, there is no unambiguous answer to which mechanism is being used. Keywords: Phonemic awareness, reading, spelling, rapid naming, past tense inflection.