Het verband tussen de hoeveelheid en frequentie waarmee met speelgoed in de thuissituatie wordt gespeeld en de motorische ontwikkeling
Author
Aalst, F. van
Boerrigter, M.S.
Lansink, S.E.
Scheepers, M.A.
Metadata
Show full item recordSummary
Doel van dit onderzoek was te bepalen in hoeverre er een verband is tussen de hoeveelheid speelgoed waarover een kind in de thuissituatie beschikt en de frequentie waarmee het kind met dit speelgoed speelt, en de motorische ontwikkeling. Er werd uitgegaan van de hypothese dat een grotere hoeveelheid speelgoed en een hogere frequentie van spelen met dit speelgoed een betere motorische ontwikkeling voorspellen. De participanten waren 300 kinderen tussen de 18 en 30 maanden oud, woonachtig in Nederland. Met behulp van vragenlijsten, ingevuld door ouders, werd de motorische ontwikkeling en de hoeveelheid speelgoed en frequentie van spelen onderzocht. Voor het bepalen van de motorische ontwikkeling is gebruik gemaakt van de Ages and Stages Questionnaires (ASQ). De hoeveelheid speelgoed in de thuissituatie en de frequentie waarmee met het aanwezige speelgoed gespeeld wordt, werd bepaald aan de hand van de Affordances in the Home Environment for Motor Development – Self Report (AHEMD-SR). Middels enkelvoudige regressie werd vervolgens het verband tussen beide variabelen bepaald. Uit de regressieanalyse bleek dat een grote hoeveelheid speelgoed in huis een betere fijne en grove motorische ontwikkeling voorspelt. Tevens bleek een hoge mate van frequentie van spelen met grof motorisch speelgoed een betere grove motorische ontwikkeling te voorspellen. De hypothese dat een hoge mate van frequentie van spelen met fijn motorisch speelgoed een betere fijne motorische ontwikkeling voorspelt, kon op basis van dit onderzoek niet worden aangenomen. De resultaten komen overeen met eerder onderzoek in deze richting. Hoewel verder onderzoek gewenst is om preciezer te kunnen bepalen welk speelgoed bijdraagt aan de motorische ontwikkeling, heeft huidig onderzoek uitgewezen dat de hoeveelheid speelgoed en de frequentie waarmee met het speelgoed wordt gespeeld, voorspellers zijn voor de motorische ontwikkeling.