Biedt de Nota Belvedere een mooi (voor)uitzicht?
Summary
In Nederland bestaat een grote hang naar het verleden. Men wil vasthouden aan het oude sentiment omdat de ontwikkelingen in ons land voor ons gevoel te snel gaan. De Nota Belvedere reageerde op dit ongenoegen over het identiteitsverlies en standaardisering van steden en landschappen. Belvedere is gepubliceerd om een einde te maken aan het probleem dat het kenmerkende historische verleden in ons landschap in snel tempo verdwijnt. De Nota probeert oplossingen te bieden om de hang naar het verleden, het heden en de ontwikkelingen in de toekomst met elkaar te laten integreren bij de inrichting van onze leefomgeving. Hoewel de meerderheid van de overheden, betrokkenen en deskundigen positief reageren op het beleid, wordt in dit essay de vraag gesteld of het Belvederebeleid wel zo mooi is als de naam doet vermoeden?
Het eerste punt van kritiek is dat de inhoud van één van de sleutelbegrippen van de Nota onduidelijk is. Terwijl het juist van belang is dat alle betrokkenen dezelfde definitie hanteren zodat die gebruikt kan worden als startpunt bij de planvorming en de dialoog. Hoe kunnen ontwerpers/planologen cultuurhistorische waarden integreren om tot een culturele identiteit te komen wanneer ze niet voor ogen hebben wat dit begrip inhoudt?
Een tweede kanttekening gaat in op het gebrek aan belevingswaarde. De schrijvers van de Nota proberen oplossingen te bieden om de integratie van fysieke cultuurhistorie bij ruimtelijke ontwikkelingen te vergroten om de cultuurhistorische identiteit herkenbaar te houden. Maar de gebiedsidentiteiten en de persoonlijke identiteiten bestaan niet louter uit materiële dragers. Verschillende onderzoeken concluderen dat identiteit wordt gevormd door de verbondenheid met een bepaalde plek of door tradities. De mate van beleving speelt hierbij een grote rol. Waarom hebben de schrijvers van Belvedere hier geen rekening mee gehouden?
Het derde onderwerp wat aan bod komt, is de Nationale waardenkaart die onderdeel uitmaakt van het Belvederebeleid. De (meer)waarde van de aanwijzing van Belvedere gebieden is onduidelijk. Daarnaast roept de selectiemethode waarmee de kaart tot stand is gekomen vragen op.
Het motto van Belvedere is ‘behoud door ontwikkeling’. Belvedere claimt daarbij dat er geen voorkeur bestaat voor behoud noch ontwikkeling, maar dat de tussenweg van behoud door ontwikkeling de integratie van cultuurhistorie bevordert. Critici denken hier echter anders over. Een aantal critici vind het beleid te veel gericht op ontwikkeling, terwijl een andere groep meent dat Belvedere nog te behoudend is. Deze tegenstellingen laten wellicht zien dat de brug tussen cultuurhistorici en ontwerpers nog niet geslagen is. En dat is meteen het vierde vraagteken wat de Nota oproept.
Tot slot wordt er kritiek geuit op de anti-conserverende houding van Belvedere. Het lijkt alsof de schrijvers van de Nota aversie hebben tegen het behoud en het conserveren van cultuurhistorie zonder hiervoor argumenten aan te dragen. Deze anti-conserverende houding is zorgelijk waar het de bescherming van historische landschappen betreft. Het historische landschap dreigt namelijk in snel tempo te verdwijnen. Belvedere creëert onvoldoende draagvlak om deze landschappen te beschermen middels conservering.
Door kritisch naar de Nota Belvedere te kijken, zijn er dus een aantal tekortkomingen gesignaleerd. Hoewel de gedachte dat cultuurhistorie betrokken dient te worden bij ruimtelijke ontwikkelingen goed is, mist Belvedere een aantal belangrijke elementen. Belvedere biedt een minder mooi uitzicht dan de naam doet vermoeden.