Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorSmulders, Wilbert
dc.contributor.advisorAnten, Hans
dc.contributor.authorToonen, A.E.
dc.date.accessioned2018-10-01T17:01:17Z
dc.date.available2018-10-01T17:01:17Z
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/31766
dc.description.abstractHet literair-wetenschappelijk onderzoek naar het werk van Ferdinand Bordewijk heeft zich voornamelijk gericht op zijn bekendste werk als Blokken (1931), Bint (1934) en Karakter (1938). In 1954 ontvangt hij de P.C. Hooftprijs echter voor zijn roman De doopvont (1952) en de verhalenbundel Studiën in volksstructuur (1951). Er zouden meerdere verhalenbundels van zijn hand verschijnen, waarvan De wingerdrank uit 1937 exemplarisch is voor zijn serieuze bundels. Structureel onderzoek naar de verhalen uit deze bundels blijft echter uit, tot midden jaren zeventig de Belgische neerlandicus Michel Dupuis het verhaal ‘Huissens’ uit De wingerdrank typeert als een zogenaamde psychomachie. In psychomachische verhalen zijn gebeurtenissen, decor en personages zijn afspiegelingen van de gemoedstoestand van de hoofdpersoon en hebben derhalve een metaforische, een symbolische waarde. Hierdoor krijgen psychomachische verhalen een zekere complexiteit in structuur, compositie en inhoud. Zijn werk krijgt de nodige bijval. In 1988 volgt een studie van Wilbert Smulders naar De wingerdrank en in 1996 wijdt Hans Anten een deel van zijn dissertatie aan een bespreking van Studiën in volksstructuur. In 1998 doet Dorian Cumps een poging om in zijn studie het volledige corpus van psychomachische verhalen van Bordewijk te analyseren. Deze studie vormt het startpunt van mijn onderzoek. De studie van Cumps levert een uitgebreide analyse op van het niet-mimetische werk van Bordewijk. Cumps legt de nadruk van zijn analyse op het psychomachische compositiebeginsel. Maar slaagt Cumps er met deze aanpak in om voldoende diepgang aan zijn analyse te geven? In mijn onderzoek heb ik getracht een antwoord te geven op deze vraag. Hiertoe heb ik eerst de onderzoeksmethodiek van Cumps geïsoleerd aan de hand van zijn analyse van het modelverhaal ‘Confrontatie in het lattenprieel’, waarop hij zijn interpretatie van de rest van zijn onderzoekscorpus baseert. Deze methode heb ik vergeleken met het ‘traditionele’ model zoals dat door Van Boven en Dorleijn in hun Literair mechaniek (2003) is vastgelegd. Op basis van deze vergelijking heb ik geconstateerd dat Cumps niet alle structuurcategorieën van het traditionele model toepast. Deze constatering wordt bevestigd door zijn analyse van ‘IJzeren agaven’ uit De wingerdrank. Deze analyse is gebaseerd op zijn analyse van het modelverhaal, maar blijkt minder uitgebreid te zijn. Zelf heb ik een poging gedaan het verhaal ‘IJzeren agaven’ aan een analyse te onderwerpen op basis van het traditionele model. Op basis hiervan concludeer ik dat de methode van Cumps voldoende diepgang biedt, maar dat nauwkeurig nalopen van alle structuurcategorieën ruimere interpretatiemogelijkheden en meer bewijsmateriaal voor zijn interpretaties oplevert. Nieuwe onderzoeksmogelijkheden liggen mijns inziens in de analyse van verhalen die nog weinig aandacht hebben gehad en in de samenhang tussen de verhalen binnen de diverse bundels.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent143716
dc.format.mimetypeapplication/zip
dc.language.isonl
dc.titleOnder de agaven; psychomachie in de korte verhalen van F. Bordewijk
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsBordewijk, psychomachie
dc.subject.courseuuNederlandse taal en cultuur (deeltijd)


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record