Wie maakt, verdeelt
Summary
Sinds de kredietcrisis van 2008 komt het debat over geldcreatie langzaam maar zeker op de politieke agenda. Vooralsnog lijkt de focus voornamelijk te liggen op vraagstukken van stabiliteit en efficiëntie. Daarmee blijft een meer morele dimensie van geldcreatie onderbelicht: het rechtvaardigheidsgehalte van geldschepping. Dat is hetgeen ik met mijn scriptie onderzoek. Ik doe dit vanuit een vergelijkend perspectief.
Ik spiegel twee vormen van geldschepping aan elkaar: kredietcreatie via commerciële banken en bitcoin mining. Daarbij maak ik enerzijds gebruik van de rechtvaardigheidsconceptie van John Rawls (1971) – hetgeen bestaat uit de waarden van effectieve vrijheid, stabiliteit en gelijkheid – en anderzijds het stappenplan van Ingrid Robeyns (2015) waarmee instituties ethisch te evalueren zijn.
Allereerst laat ik zien dat kredietcreatie en bitcoin mining als vormen van geldschepping allebei voor een initiële verdeling van geld zorgen. Aansluitend laat ik zien dat beide directe verdelingen van geld als onrechtvaardig te bestempelen zijn.
De minderbedeelden mensen van de maatschappij worden met de institutionele inrichting van kredietcreatie namelijk het slechtst bedeeld, hetgeen tegenovergesteld is aan John Rawls’ difference principle (1971, p. 67). Dit komt omdat de minderbedeelden doorgaans de hoogste rentelasten betalen, het minste voordeel hebben van het faciliterende effect van krediet en als eerst worden uitgesloten van krediet om het systeem op korte termijn stabiel te houden.
Ook bij bitcoin mining worden de minderbedeelden het slechtst bedeeld. Dit komt omdat zij zich de dure computerkracht die nodig is om bitcoins te minen niet kunnen veroorloven. Daarnaast ontbreken zij de effectieve vrijheid om bitcoins te minen aangezien de gedecentraliseerde macht om geld te scheppen zich gaat concentreren in miningpools, hetgeen minderbedeelden het moeilijkst rendabel aan kunnen deelnemen. Ten derde zorgt het deflationaire model van bitcoin mining dat de early adopters worden bevoordeeld en het voor latere bitcoin gebruikers steeds moeilijker wordt rendabel te minen.
Ik sluit dit onderzoek af door deze theoretische bevindingen aan de empirie te spiegelen. Dat doe ik door experts op het gebied van geldschepping te bevragen. Hiervoor heb ik met een bankier, een onderzoeksjournalist, een maker van een cryptomunt, een wetenschapper en een geldscheppingsactivist gesproken. Ik onderzoek welke reacties deze geldscheppingexperts geven op bitcoin mining als alternatief op kredietcreatie. Daarvoor maak ik gebruik van de archetypische retorische reacties van Albert Hischman (1991). Zijn progressieve en reactionaire narratieven vertellen op welke manieren mensen reageren op alternatieven voor bestaand beleid of institutionele veranderingen.
Uit de resultaten en bevindingen komt naar voren dat de meeste geldscheppingsexperts het vaakst de reactionaire futility thesis gebruiken: zij geloven dat bitcoin mining als alternatief op kredietcreatie via banken diepere maatschappelijke structuren onaangetast laat (Hirschman, 1991, p. 43). Allereerst zou met bitcoin mining opnieuw een elite ontstaan en ongelijkheid standhouden. Deze elite zou bestaan uit een kleine groep mensen die vroeg zijn begonnen met het minen van bitcoins. Daarnaast zouden miningpools de nieuwe centraal georganiseerde geldscheppende instituten worden, net zoals banken dat bij kredietcreatie zijn. Ten derde zou – waar kredietwaardigheid het criterium is om krediet te krijgen – voldoende computerkracht het criterium zijn om bitcoins te kunnen minen. Hierdoor zou een gemiddeld individu niet de effectieve vrijheid hebben om aan bitcoin mining deel te nemen. Wanneer bitcoin mining wordt geïmplementeerd in een ongelijke samenleving is er geen gelijk startpunt en blijft de ongelijkheid in stand volgens de geldscheppingexperts.
Desondanks geven sommige geldscheppingexperts aan dat bitcoin mining (of de mining technologie) een beter alternatief op kredietcreatie kan zijn mits het wordt aangevuld en aangepast met andere instituties. Zo kunnen maatschappelijke doeleinden meegenomen worden in de programmering van het mining systeem.