De Amersfoortse politie en haar rol in de Jodenvervolging in 1940-1942

Abstract

Dit onderzoek is gericht op de Amersfoortse politie in de periode 1940-1942. Het geeft een beeld van de politie door in te gaan op ontwikkelingen omtrent de leiding van het korps en zijn interne organisatie en kijkt daarnaast naar het handelen van de politie wat betreft de Jodenvervolging. Het schetst een algemeen beeld van de Amersfoortse politie, het specifieke handelen van de individuele agent wordt daarmee niet in beeld gebracht. Allereerst wordt er een uitgangssituatie geschetst. Dit doe ik aan de hand van archiefstukken over de organisatie van de Amersfoortse politie. Vervolgens worden de organisatorische en bestuurlijke ontwikkelingen in het korps tussen mei 1940 en december 1942 beschreven. Daarvoor maak ik naast de al genoemde archiefstukken gebruik van bestaande literatuur over dit onderwerp. Ik ga in op de nazificatie van het Amersfoortse politieapparaat door direct ingrijpen van de bezetter. Om de gevolgen van dit ingrijpen in kaart te brengen, beschrijf ik daarna het functioneren van de politie bij anti-Joodse maatregelen die in deze periode worden ingevoerd. Daarnaast behandel ik een trend die valt waar te nemen uit de verdere omgang van de politie met Joden. Hiervoor maak ik gebruik van de dag- en nachtrapporten van de politie. Het blijkt dat de Amersfoortse politie een meegaande houding aanneemt en vrijwel altijd de instructies van de bezetter uitvoert. De zo genoemde accommodatie van de Amersfoortse politie wordt daarmee in kaart gebracht.