Samenhang tussen sportactiviteiten, globaal zelfbeeld en het zelfbeeld over sociale acceptatie onder basisschoolleerlingen.

Abstract

Doel: Onderzoeken van de samenhang tussen sportactiviteiten, globaal zelfbeeld en sociale acceptatie onder basisschoolleerlingen. Tevens is gekeken naar de verschillen tussen, en de verschillen in samenhang tussen jongens/meisjes en team-/individuele sporters. Methode: Sportactiviteiten zijn gemeten door de kinderen een vragenlijst in te laten vullen, waaruit de totale tijd in minuten per week volgt besteed aan sportactiviteiten. Voor het meten van het globaal zelfbeeld en sociale acceptatie is gebruik gemaakt van de schalen Gevoel van eigenwaarde en Sociale acceptatie van de CBSK. 150 kinderen hebben deelgenomen (77 jongens/70 meisjes), met een leeftijd van 7 t/m 12 jaar oud (M = 9.07, SD = 1.67). Analyse: Samenhang tussen de drie variabelen is geanalyseerd met de Spearman correlatie. Verschillen tussen jongens/meisjes en team-/individuele sporters zijn onderzocht met de Mann-Whitney U test. Verschillen in samenhang tussen jongens/meisjes en team-/individuele sporters zijn onderzocht middels de Spearman correlatie, significantie van deze correlaties is onderzocht met de Fisher’s Exact Test. Resultaten: Er is een significante samenhang tussen sportactiviteiten, globaal zelfbeeld en sociale acceptatie, waarbij de samenhang tussen globaal zelfbeeld en sociale acceptatie het sterkst is. Jongens scoren hoger op sportactiviteiten dan meisjes, er worden geen verschillen gevonden op globaal zelfbeeld en sociale acceptatie. Ook zijn er geen verschillen in samenhang tussen jongens/meisjes. Er zijn geen verschillen tussen, of verschillen in samenhang tussen team-/individuele sporters. Conclusie: De resultaten valideren het Exercise and Self-Esteem Model, maar suggereren ook dat het zelfbeeld over de sociale acceptatie meegenomen zou moeten worden in het model als lagere-orde zelfbeeld.