Inburgeringexamens in Nederland: op zoek naar de wetenschappelijke achtergrond. Een literatuurstudie.
Summary
In deze scriptie staan de inburgeringsexamens lees-, schrijf-, spreek-, en luistervaardigheid centraal. Er wordt getracht aan de hand van een literatuurstudie een antwoord te vinden op de mate waarin de inburgeringsexamens wetenschappelijk gefundeerd zijn.
In het eerste gedeelte van deze scriptie wordt een overzicht gegeven van de vier verschillende taaldeelvaardigheden: spreken en schrijven (productieve taalvaardigheid) en luisteren en lezen (receptieve taalvaardigheid). Verreweg de meeste aandacht zal uitgaan naar de deelvaardigheden spreken en luisteren, omdat die voor inburgeraars het meest relevant zijn.
In het tweede gedeelte wordt een overzicht gegeven van de inburgeringsprocedure in Nederland, en de rol die taal daarin speelt. Ook wordt kort stilgestaan bij de inburgeringsprocedure in een select aantal andere landen, met speciale aandacht voor de verschillen tussen Nederland en België.
Hierna wordt aandacht besteed aan de toetsen die gebruikt worden in de Nederlandse inburgering. Omdat de wetenschappelijk verantwoording en de inhoud van de inburgeringsexamens van het verantwoordelijk ministerie niet openbaar gemaakt mogen worden, kunnen er hierover echter geen sluitende uitspraken gedaan worden. In plaats daarvan zullen de oefentoetsen, die op internet vrij beschikbaar zijn, besproken worden.
Ten slotte worden de oefentoetsen spreek- en luistervaardigheid afgezet tegen toetsingscriteria uit de literatuur, zodat bekeken kan worden in hoeverre die toetsen overeenstemmen met wetenschappelijke bevindingen. Concluderend kan gesteld worden dat de inburgeringstoetsen gedeeltelijk overeenstemmen met bevindingen uit de literatuur, maar zouden kunnen profiteren van een meer communicatieve insteek, die nu grotendeels ontbreekt.