De angsten van ouders in relatie tot de angsten, de kwaliteit van leven en de negatieve automatische gedachten van het kind
Summary
Doel Het huidige onderzoek heeft het verband tussen angsten van ouders op de angsten van het kind, de gerapporteerde kwaliteit van leven en automatische negatieve cognities van het kind onderzocht. Methode Er is gebruik gemaakt van een steekproef van 50 gezinnen met kinderen in de leeftijd van 7-19 jaar uit de Nederlandse samenleving en een controlegroep (N=105). Ouders en kinderen hebben vragenlijsten ingevuld, zoals the Screen for Child Anxiety Related Emotional Disorders. De kinderen hebben daarnaast ook de Kidscreen en de Children’s Automatic Thoughts Scale ingevuld. Resultaten Kinderen van ouders met een angststoornis rapporteerden significant hogere angsten, een lagere kwaliteit van leven en meer negatieve gedachten dan kinderen van ouders zonder angstdiagnose. Correlatietoetsen lieten tevens zien dat naarmate de angst van de ouder toenam, de angst en negatieve gedachten significant toenamen en de kwaliteit van leven significant afnam, de verbanden waren echter zwak. Wat betreft verbanden tussen angststoornissen van ouders en kind bleek dit per angststoornis, sekse van de ouder en mate van angst van de ouder te verschillen. De kindkenmerken onderling bleken significant samen te hangen. Conclusie De angsten van ouders zijn van significante invloed op de ontwikkeling van angsten, negatieve gedachten en een lagere kwaliteit van leven bij hun kinderen. Daarom is het belangrijk deze factor mee te nemen in de behandeling. Vervolgonderzoek is geïndiceerd om effecten op lange termijn te onderzoeken.