'Teneinde zoo billijk mogelijk te verdeelen' Factoren in de rol en eigen initiatief van lokale organisaties in de Nederlandse voedselvoorziening 1940-1945.
Summary
In de studie naar de Nederlandse voedselvoorziening tijdens de Tweede Wereldoorlog is tot nu toe de
aandacht vooral uitgegaan naar de rol van de centrale overheid. Dit paper onderzoekt de rol van lokale
organisaties. De onderzoeksvraag die hierbij wordt gesteld is:
Welke factoren bepaalden de beperkte ruimte voor lokale initiatieven op het gebied van de
voedselvoorziening in Nederland tussen 1940 en 1945?
Bij het formuleren van antwoorden hierop gebruik ik de “entitlement theory” van Sen en de ”disaster
management cycle” van Singleton.
Uit dit onderzoek blijkt dat gemeenten en andere lokale organisaties werden beperkt door een centrale
overheid die gebruikt maakte van een effectief bureaucratisch apparaat. De combinatie van effectieve
controle, informatievergaring en maatregelen, voorkwam dat de centrale overheid teveel
verantwoordelijkheden en besluiten aan lokale overheden overliet. Dat zou verbrokkeling met zich mee
kunnen brengen.
Hiermee kwam zowel de efficiëntie, als de relatieve onafhankelijkheid van de voedselvoorziening in
gevaar. De lokale overheden waren sterk onder de invloed van de bezetter en collaborateurs. Het was om
die reden voor de Nederlands geleide centrale overheidsinstellingen onwenselijk hen meer macht te geven.
Gemeenten en andere lokale organisaties hadden echter ruimte voor lokaal initiatief en lijken vooral het
centrale overheidsbeleid te hebben gevolgd. Voor een deel maakt dit de effectieve controle door de centrale
overheid duidelijk.
Toen de controle vanuit de centrale overheid afnam na september 1944 door hernieuwde oorlogshandelingen binnen de Nederlandse grenzen, bleven de gemeenten vasthouden aan de al opgebouwde
voedselvoorziening. Hoewel ze hadden kunnen afwijken van het centraal beleid, gebeurde dit niet. In plaats
daarvan trachtten lokale organisaties de bestaande voedselvoorziening in stand te houden door niet radicaal
te veranderen. Gemeenten waren trouw aan de idealen waarop de voedselvoorziening was gebaseerd, ook
al betekende dit soms ontrouw aan de centrale overheid