De eerste Nederlandse geluidsfilmcomponisten, 1929 - 1934.
Summary
Nederland behoorde tot de koplopers in Europa wat betreft de inrichting van bioscopen met geluidsfilmapparatuur en de receptie van de eerste (buitenlandse) geluidsfilms. De behoefte aan ‘eigen’ Nederlandse geluidsfilms kon dan ook niet uitblijven en leidde vanaf 1931 tot de eerste geïntegreerde geluidsfilms, geproduceerd door Nederlandse filmmaatschappijen en meestal met in de Randstad wonende regisseurs en componisten. Het waren zowel avant-garde films, kunstfilms (documentaires, reclame- en speelfilms) als amusementsfilms (musicals, meezing-, en speelfilms). Dit onderzoek gaat over de kenmerken van de groep componisten die de muziek (en soms ook het overige geluid) voor deze films leverde.
De basis van het onderzoek zijn 21 geluidsfilms uit de periode 1929-1934 die in de archieven van het Eye filmmuseum en van Beeld en Geluid bewaard zijn gebleven. Van de groep van de twintig daarbij betrokken componisten is nagegaan wat de kenmerken van hun loopbanen waren, waar zij elkaar en de filmmakers troffen, wat voor een werkrelatie zij hadden met de filmmakers tijdens de productie van de films en in welke mate zij de inhoud en de plaats van hun muziek binnen de film (mee) konden bepalen. In de bijlagen zijn o.a. korte c.v.’s van de individuele componisten opgenomen en is van iedere film een beschrijving van de inhoud en de kenmerken van de betreffende muziek te vinden.