Blijven gemeenten het fietswiel opnieuw uitvinden? - Een onderzoek naar het bevorderen van horizontale kennisoverdracht over het gemeentelijk fietsbeleid
Summary
Fietsen heeft vele maatschappelijke voordelen; zo zorgt het voor meer fysieke beweging van de bevolking, het is een vervoersmiddel zonder uitstootgassen en het kan als oplossing worden gezien voor het fileprobleem in het land. Er zijn dus genoeg redenen om te blijven inzetten en innoveren op het gebied van het fietsbeleid. In Nederland is het fietsbeleid gedecentraliseerd naar de lokale overheden. Iedere gemeente stelt zijn eigen fietsbeleid op. Naast dat gemeenten hun fietsbeleid opstellen zijn andere actoren zoals het CROW-Fietsberaad, De Fietsersbond en diverse adviesbureaus bezig met het verbeteren van het fietsbeleid door middel van handleidingen, advies en innovaties. Het is echter de vraag of gemeenten nu niet apart van elkaar ieder opnieuw het wiel aan het uitvinden zijn op het gebied van het fietsbeleid omdat ze elk afzonderlijk aan het werk gaan maar met dezelfde of vergelijkbare doelstellingen in het achterhoofd. Kennisoverdracht tussen de diverse actoren is dus van belang om ervoor te zorgen dat er geen dubbelwerk wordt gedaan en om ervoor te zorgen dat Nederland als fietsland blijft innoveren. Het is de vraag hoe dit systeem van horizontale kennisoverdracht bevorderd kan worden.
Om dit te onderzoeken zijn er twaalf interviews gedaan, 9 interviews met fietsambtenaren, een interview met het CROW-Fietsberaad, de Fietsersbond en met adviesbureau Royal Haskoning DHV. Het doel hiervan is om het systeem van horizontale kennisoverdracht over het gemeentelijk fietsbeleid in kaart te brengen en beter te begrijpen. De resultaten van de interviews beschrijven ten eerste hoe het systeem van horizontale kennisoverdracht over het fietsbeleid in elkaar zit. Vervolgens is er gekeken naar wanneer en waarom gemeenten en stakeholders kennis met elkaar delen. Hiervoor zijn drie belangrijke aanleidingen gevonden: gemeentegrens-overschrijdende projecten, het hebben van overeenkomstige kenmerken en ontwikkelingen van gemeenten en ten derde geografische nabijheid. Aansluitend worden de belangrijkste gebreken in het systeem van horizontale kennisoverdracht over het fietsbeleid vastgesteld en verklaard; een van de redenen blijkt onwetendheid van fietsambtenaren over wat zich afspeelt in andere fietsprojecten.
Ten slotte worden er twee suggesties gedaan voor het bevorderen van het systeem van horizontale kennisoverdracht over het fietsbeleid. De eerste suggestie is het opzetten van een Nationale Fiets Eenheid. De NFE zal een platform zijn waarin iedereen die in Nederland iets te maken heeft met het fietsbeleid moet aangesloten zijn zodat er een duidelijk overzicht is van wie in de fietswereld betrokken is en welke kennis er beschikbaar is. Zo komt er een duidelijk overzicht van alle projecten en ontwikkelingen op het gebied van fietsbeleid. Bovendien zal er een financieel potje zijn waardoor de kennisoverdracht via het NFE wordt bevorderd. De twee suggestie is het instellen van een regional policy entrepreneur. Dit is iemand die ervoor zorgt dat gemeenten en andere partijen bijeen worden gebracht wanneer dit nodig lijkt te zijn voor kennisoverdracht bij projecten. Het gaat hierbij voornamelijk om regionale en lokale kennisoverdracht. Ten slotte worden er in de conclusie nog suggesties gegeven voor vervolgonderzoek aansluitend op de bevindingen van deze scriptie.