De mediërende rol van emotieregulatie in de relatie tussen negatieve levensgebeurtenissen en suïcidaliteit bij adolescenten
Summary
Introductie
Het doel van de huidige studie was om te onderzoeken of cognitieve emotieregulatie een mediërende rol speelt in de relatie tussen negatieve levensgebeurtenissen en suïcide in adolescenten. Hierbij werd onderscheid gemaakt tussen drie typen negatieve levensgebeurtenissen en negen cognitieve emotieregulatie strategieën. Daarnaast werd onderscheid gemaakt tussen de klinische en algemene populatie, aangezien het suïciderisico hoger is in de klinische populatie.
Methode
De huidige studie gebruikte data van een klinische steekproef van 78 adolescenten en een algemene steekproef van 686 adolescenten, welke deel uitmaakten van eerder onderzoek, waarin middels vragenlijsten data is verzameld. De data van de Life Event Scale, de Cognitive Emotion Regulation Questionnaire en de Suïcide Risico Taxatielijst is meegenomen in de huidige studie. Mediatieanalyses zijn uitgevoerd door middel van de PROCESS Macro.
Resultaten
Er bleek een significant verschil te zijn in mate van cognitieve emotieregulatie, negatieve levensgebeurtenissen en suïcidaliteit binnen de klinische en de algemene populatie. Daarnaast bleek er een mediërend effect te zijn van cognitieve emotieregulatie in de relatie tussen negatieve levensgebeurtenissen en suïcidaliteit, specifiek voor de strategieën rumineren, jezelf de schuld geven en catastroferen.
Discussie
Het huidige onderzoek legt cruciale informatie bloot: als een adolescent rumineert, zichzelf de schuld geeft of blijft nadenken over de ernst van een meegemaakte negatieve levensgebeurtenis, vergroot dit het risico op suïcidaliteit. Zodoende is het nodig dat interventies focussen op het elimineren van deze maladaptieve emotieregulatie strategieën, waardoor suïcide onder adolescenten mogelijk voorkomen kan worden.