Jong geleerd, gezond gedaan!
Summary
Het Gezondheidsinstituut NIGZ is met het programma ‘Bewegen en Overgewicht: Integraal Gezondheidsbeleid’ actief in gezondheidsbevordering van de jeugd in (gemeentelijk) gezondheidsbeleid. Overgewicht komt bij een op de zeven kinderen voor dus de aanpak van overgewicht is van groot belang. Ondanks de vele interventies gericht op overgewicht zijn de behoeften van ouders aan opvoedingsondersteuning bij overgewicht tot op heden nog niet in kaart gebracht. Dit onderzoek richt zich op wat ouders doen om kinderen te stimuleren tot een gezond eet- en beweegpatroon en welke behoefte(s) ouders hebben aan ondersteuning bij het stimuleren van kinderen tot een gezond eet- en beweegpatroon. Door middel van interviews zijn in het voorjaar van 2009 negentien ouders ondervraagd over hun opvoedingshandelingen en hun behoeften aan ondersteuning. Het doel was om aanbevelingen te doen aan het Gezondheidsinstituut NIGZ voor een gericht ondersteuningsaanbod in (gemeentelijk) gezondheidsbeleid. Uit de interviews blijkt dat de algemene kennis van ouders ten aanzien van gezonde voeding en beweging volstaat, maar deze kennis soms omzetten in verkeerde handelingen. Met name bij allochtone ouders worden verkeerde keuzes gemaakt in voeding, waardoor het risico op overgewicht verhoogt. Ook een permissieve opvoedingsstijl aan tafel, waarbij ouders te weinig regels en grenzen stellen, verhoogt het risico op overgewicht. Ouders van kinderen met een gemiddeld of bovengemiddeld gewicht hebben, hebben geen behoefte aan opvoedingsondersteuning, omdat zij dreigend overgewicht niet als probleem herkennen. Aanbevolen wordt dat opvoedingsondersteuners ouders bewuster kunnen maken van een dreigend gewichtsprobleem, want erkenning zal uiteindelijk leiden tot gedragsverandering. Ouders van kinderen met overgewicht hebben grote hulpbehoeften, doordat zij twijfelen aan hun eigen-effectiviteit. Dit benadrukt het belang dat ondersteuning zich zou moeten richten op het versterken van vaardigheden en draagkracht van ouders, zodat ouders beter in staat zijn om kinderen te stimuleren tot een gezond eet- en beweegpatroon en de risico’s op overgewicht verkleind worden.