Zijn er verschillen in het beoordelen van het ontwikkelingsniveau van een kind door een professional en door een ouder en hangt dit verschil samen met het opleidingsniveau van ouders?
Summary
Doel: Tot op heden is onvoldoende in beeld in hoeverre er verschillen zijn in het beoordelen van het ontwikkelingsniveau van kinderen van 0 tot 5 door ouders en professionals. In deze thesis zal gekeken worden naar de ontwikkelingsachterstanden bij jonge kinderen zoals beoordeeld door een ouder, middels de Ages and Stages Questionnaire Third Edition (ASQ-3) en door een professional, middels de Bayley Scales of Infant and Toddler Development (BAYLEY-III). De ASQ-3 en de Bayley-III zijn beide recent ontwikkelde instrumenten. Ook zal er gekeken worden op welke domeinen deze verschillen naar voren komen en in hoeverre het opleidingsniveau van ouders hiermee samenhangt.
Methode: De ASQ-3 en de Bayley-III zijn afgenomen bij 1243 kinderen in de leeftijd van 22 dagen tot en met 42 maanden en 14 dagen oud (M = 17.2; SD = 12.2). Het opleidingsniveau van de ouders is verdeeld onder laag (11.2%), midden (38%) en hoog (50.8%). De sensitiviteit en specificiteit van de ASQ-3 zijn berekend op basis verschillende afkappunten op 1 SD of 2 SD onder het gemiddelde.
Resultaten: De resultaten laten een hoge mate van specificiteit (< 80%) en een lage mate van sensitiviteit (< 40%) zien. Er zijn weinig ouders die een risico op achterstand signaleren, wanneer professionals wel een achterstand rapporteren. Tevens blijkt dat de verschillen tussen laag opgeleide ouders en de professionals het grootst zijn. Wel zijn deze verschillen relatief klein, daarom dient vervolgonderzoek hier nader op in te gaan.
Conclusie: Wanneer er sprake is van een ontwikkelingsachterstand, verschillen ouders en professionals in hun beoordeling. Ouders met een laag opleidingsniveau wijken met een klein percentage het meest af van de beoordeling van professionals. De sensitiviteit zal moeten worden verbeterd.