Verminderde steun thuis als verklaring voor het lagere welzijn van jongeren in onvolledige gezinnen: Een vergelijking tussen Nederland en Portugal

Abstract

In Europa zijn steeds meer onvolledige gezinnen. Wonen in een onvolledig gezin is gerelateerd aan lager welzijn van jongeren. Deze studie bekijkt de verklarende rol van steun thuis in de samenhang tussen leven in een onvolledig gezin en lager welzijn. Specifiek kijkt deze studie of dit verband verschilt in sterkte tussen Nederland en Portugal en tussen jongeren in volledige gezinnen, onvolledige gezinnen zonder stiefouders en onvolledige gezinnen met stiefouders. De verwachting is dat in Portugal de verbanden minder sterk zullen zijn. Data van de studie Health Behaviour in School Children (HBSC) zijn gebruikt van Portugese en Nederlandse kinderen tussen de 12-16 jaar (N= 7534, M = 13 jaar). Informatie over gezinssamenstelling, welzijn en steun thuis is onderzocht aan de hand van zelfrapportage vragenlijsten. Jongeren in onvolledige gezinnen met en zonder stiefouders hebben zowel in Portugal als in Nederland lager welzijn dan jongeren in volledige gezinnen. Dit verband werd verklaard door ervaren steun thuis. Het welzijn van jongeren in onvolledige gezinnen met of zonder stiefouders verschilt niet. Voor Portugese jongeren waren minder grote verschillen gevonden tussen het welzijn in volledige of onvolledige gezinnen, hun welzijn verslechtert minder door de afname van steun thuis in onvolledige gezinnen in vergelijking met Nederlandse jongeren.