Het verband tussen ervaren autonomie en het tabaksgebruik van adolescenten: de rol van injunctieve peernormen
Summary
In 2015 rookten nog 23% van de Nederlandse adolescenten tussen de 11 en 16 jaar. Gezien de gezondheidsrisico’s die tabaksgebruik met zich meebrengt, zoals longziektes, hart- en vaatziekten en het krijgen van kanker, is het belangrijk tabaksgebruik van adolescenten verder te laten dalen. Huidig, longitudinaal onderzoek bekijkt zowel het directe effect tussen ervaren autonomie en tabaksgebruik van adolescenten, als het indirecte effect via injunctieve peernormen. In huidig onderzoek werd gebruik gemaakt van onderzoeksgegevens uit het Social Netwerk Analysis of Risk behavior in Early adolescence (SNARE) project. De steekproef bestond uit 1736 adolescenten tussen de 11 en 15 jaar (M = 12.9). Een logistische regressieanalyse toonde aan dat ervaren autonomie een risicofactor is voor tabaksgebruik van adolescenten. Wanneer gekeken werd naar het indirecte effect via injunctieve peernormen, verdween het direct effect tussen ervaren autonomie en tabaksgebruik van adolescenten. Te zien was dat een hoge mate van autonomie enkel positief effect had op injunctieve peernormen, tegelijkertijd zorgden injunctieve peernormen ervoor dat adolescenten meer gingen roken. Beperkingen van huidig onderzoek, evenals aanbevelingen voor verder onderzoek worden benoemd.