Taligheid en Executieve Functies bij Kleuters
Summary
Achtergrond: Uit recent onderzoek blijkt dat tweetalige kinderen in vergelijking met eentalige leeftijdsgenoten vaak al in de kleuterfase hoger scoren op onderdelen van executieve functies. Aangezien het beheersen van meerdere talen steeds meer de norm lijkt te worden, is het van belang om onderzoek te doen naar de voordelen en nadelen van tweetaligheid voor kleuters op het gebied van executieve functies. Tweetaligheid blijft namelijk gedurende het hele leven van invloed op de verdere ontwikkeling en cognitieve prestaties. Doel: Het doel van dit onderzoek was om te onderzoeken of eentalige en tweetalige kleuters verschillen het gebied van de executieve functies cognitieve flexibiliteit en werkgeheugen en of dit gemodereerd wordt door het opleidingsniveau van ouders. Methode: Aan dit onderzoek hebben n = 202 normaal ontwikkelde Nederlandse kleuters in de leeftijd van 51 tot 84 maanden deelgenomen. Deze groep bestond uit n = 175 eentalige kleuters en n = 27 tweetalige kleuters. De testbatterij bestond uit de Dimensional Change Card Sort (DCCS), de Corsi Blokken Taak (CBT) en de Updating Cijfer Taak (UCT). Resultaten: Er bleek geen significant verschil te zijn tussen eentalige en tweetalige kleuters op het gebied van cognitieve flexibiliteit en werkgeheugen. Daarnaast bleek het opleidingsniveau van ouders geen moderator te zijn op de samenhang tussen zowel taligheid en cognitieve flexibiliteit. Conclusie: Ondanks dat tweetalige kleuters niet hoger scoren op cognitieve flexibiliteit en werkgeheugen scoren zij ook niet lager dan eentalige kleuters en lijkt er dus ook geen sprake te zijn van een achterstand op het gebied van cognitieve flexibiliteit en werkgeheugen ten opzichte van eentalige leeftijdsgenoten.