De effecten van het psychosociaal welbevinden en de persoonlijkheid op de relatie tussen muziekvoorkeur en externaliserend probleemgedrag
Summary
Doel: Onderzoeken of het verband tussen muziekvoorkeur en externaliserend probleemgedrag gemodereerd wordt door het psychosociaal welbevinden en de persoonlijkheid van een individu.
Methode: Gegevens van het eerste meetmoment (2001) van het CONflict And Management Of RElationships (CONAMORE) onderzoek zijn gebruikt. De steekproef van het huidige onderzoek bestaat uit 346 adolescenten tussen de zestien en vierentwintig jaar. Zij hebben vragen beantwoord over onder andere persoonlijkheid, muziekvoorkeuren, delinquentie en welbevinden.
Resultaten: Uit de resultaten van een logistische regressieanalyse, waarbij gecontroleerd is voor geslacht, leeftijd en opleidingsniveau, komt naar voren dat de adolescenten met een sterkere voorkeur voor harde rock (o.a. heavy metal, gothic, punk) meer externaliserend probleemgedrag vertonen wanneer zij een vriendelijke persoonlijkheid hebben, terwijl zwarte muziekliefhebbers (hiphop, reggae, r&b) met een vriendelijke persoonlijkheid juist minder externaliserend probleemgedrag vertonen. Adolescenten met een sterkere voorkeur voor zwarte muziek vertonen ook minder externaliserend probleemgedrag wanneer zij een hogere levenstevredenheid hebben. Dit zelfde moderatie-effect wordt niet gevonden voor adolescenten met een sterkere voorkeur voor harde rock.
Conclusie: De muziekvoorkeur van een adolescent blijkt een sterke voorspeller te zijn van externaliserend probleemgedrag. Dit verband wordt gemodereerd door zowel het psychosociale welbevinden (de levenstevredenheid) als de persoonlijkheid (vriendelijkheid).