Hoe het gebruik van de directe en indirecte rede ons geheugen beïnvloedt

Abstract

Taal stelt ons in staat om heel precies gebeurtenissen in elkaars hoofd vorm te geven. Eerder onderzoek toonde aan dat mensen de directe rede (Ze zei: “Ik heb het niet gedaan”) als levendiger ervaarden dan de indirecte rede (Ze zei dat ze het niet gedaan had). Daarnaast toonde eerder onderzoek aan dat auditieve informatie sneller wordt verwerkt dan visuele informatie. Zou het een verschil maken als getuigenverklaringen in de directe rede of in de indirecte rede in de rechtszaal worden voorgelezen? In dit onderzoek werd het antwoord gezocht op deze vraag. Dit werd onderzocht door middel van een probe recognition taak. De proefpersonen kregen twee verschillende rechtszaken te horen, waarin zowel fragmenten in de directe rede als de indirecte rede waren geformuleerd. Na een fragment kregen ze een woord te horen en moesten ze zo snel en accuraat mogelijk aangeven of dit woord in het voorgaande fragment voorkwam. De resultaten suggereerden dat informatie aangeboden in de indirecte rede beter werd onthouden dan informatie in de directe rede. Er was geen verschil in snelheid waarmee de informatie uit het geheugen werd opgehaald. Er bleek echter wel een verschil tussen mannen en vrouwen wat betreft het onthouden van informatie en snelheid waarmee informatie uit het geheugen werd opgehaald. Mannen onthielden meer informatie dan vrouwen na informatie aangeboden in de indirecte rede en haalden sneller informatie op uit hun geheugen na informatie in de directe rede. Deze resultaten lieten zien dat directe en indirecte rede invloed hebben op het geheugen en dat dit afhankelijk was van geslacht.