‘Een echt revolutionaire gedachte’ Antifeministische sentimenten van politieke partijen tijdens de eerste en tweede feministische golf in Nederland
Summary
Dit onderzoek vergelijkt de antifeministische sentimenten van politieke partijen tijdens de eerste feministische golf en tweede feministische golf in Nederland. Tijdens de eerste golf zijn dit de ARP, CHU en RKSP die samen tussen de 44% tot 59% van de stemmen behaalden. Tijdens de tweede golf zijn het vooral het GPV, de RPF en de SGP die antifeministisch waren. Zij behaalden tussen de 2,5% en 5% van de stemmen. Dit grote verschil in stemmen kan verklaard worden door een grotere algemene acceptatie van feminisme in de westerse wereld en in Nederland specifiek door de ontzuiling.
De antifeministische argumenten tijdens de twee golven zijn onder te verdelen in vijf hoofdargumenten: vrouwen zijn vanuit de Bijbel ondergeschikt aan mannen, de vrouw heeft andere taken dan de man, vrouwen willen geen emancipatie, vrouwenemancipatie heeft ernstige gevolgen en de feministen zouden geen politieke beslissingen mogen maken.
Van de vier theorieën waarmee de antifeministische argumenten vergeleken worden, komen vooral de theorieën over religie en angst duidelijk naar voren. Hoewel er in hoofdargumenten en theorieën eenzelfde basis is, worden de antifeministische argumenten wel aangepast aan de veranderende maatschappij waardoor antifeminisme steeds eenvoudig op kan komen.