Slavernij binnen de museummuren
Summary
In 2013 werd de herdenking van de 150-jarige afschaffing van de Nederlandse slavenhandel gevierd. Het Scheepvaartmuseum, Museum Van Loon, UvA Bijzondere Collecties, Amsterdam Museum en Museum Geelvinck Hinlopen speelden allen op deze gebeurtenis in met een tentoonstelling.
Deze scriptie onderzocht welk beeld van het slavernijverleden deze musea binnen hun tentoonstellingen schetsten. De onderzoeksvraag luidde: ‘Hoe werd het Nederlandse slavernijverleden getoond en gewaardeerd in museale tentoonstellingen in herdenkingsjaar 2013?’ De analyse van de tentoonstellingen vond plaats aan de hand van de voor dit doel aangepaste Relaties-Doelen tabel van Herman Paul. Deze werd gebruikt om diverse tentoonstellingsonderdelen te scoren op de invalshoeken epistemisch (kennisoverdracht), moreel (bewustwording), politiek, esthetisch (schoonheid en samenhang) en materieel (identiteit). Een analyse van de tentoonstelling van Museum Geelvinck Hinlopen kon wegens het ontbreken van een catalogus niet worden ondernomen en is daarom ter illustratie van andere casestudies opgenomen.
Uit de analyse bleek dat meerdere invalshoeken binnen de tentoonstellingsonderdelen werden gecombineerd. De epistemische invalshoek speelde binnen alle tentoonstellingen een rol. Er werd veel belang aan de vergroting van kennis over het slavernijverleden gehecht, met name door UvA Bijzondere Collecties. Zij kozen voor een expliciet wetenschappelijke benadering van de objecten. Een morele invalshoek was ook bij alle tentoonstellingen zichtbaar, met name op het gebied van bewustwording van de rol van slavernij in de Nederlandse geschiedenis. Zo schonk Het Scheepvaartmuseum veel aandacht aan het menselijk lijden achter de slavenhandel en behandelde Museum Van Loon het nog weinig belichtte aspect van slavernij onder de VOC. De materiële invalshoek, waarbij de vorming en uiting van identiteit in samenhang met het slavernijverleden de meest terugkerende factor was, werd eveneens vertegenwoordigd. Het Amsterdam Museum liet nazaten van tot slaaf gemaakten bijvoorbeeld reageren op aan slavernij gerelateerde objecten in hun tentoonstelling. Slechts twee tentoonstellingen hadden een esthetische inbreng. Vooral de invulling van de tentoonstelling van Museum Van Loon viel op, daar de nadruk sterk op kunst lag. De politieke invalshoek werd geen enkele keer als opzichzelfstaand onderdeel binnen een tentoonstelling gebruikt. Geconcludeerd kon worden dat de nadruk binnen alle tentoonstellingen op kennis en bewustwording lag. Zonder uitzondering waren de epistemische en morele invalshoeken in grote mate aanwezig.
Toekomstige onderzoeken kunnen uitwijzen of er bij latere tentoonstellingen een verschuiving merkbaar is betreft het beeld dat van het slavernijverleden wordt getoond.