Van grote idealen naar kleine verhalen
Summary
De jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw worden gekenmerkt door een grote maatschappelijke betrokkenheid in de kunst. Kunstenaars zoals de Nederlandse Constant Nieuwenhuys (1920 – 2005) probeerden een nieuwe en betere wereld te creëren door grote ideologieën uit te dragen met hun kunst. Constant is ervan overtuigd dat hij met zijn project New Babylon (c. 1950 – 1975) de ontwikkeling naar een nieuwe wereld, waar de verbeterde mens oftewel de Homo Ludens centraal staat, zou versnellen. Tegenwoordig is er nog maar weinig te vinden van het oude engagement van Constant en zijn tijdsgenoten; het is alleen nog te bewonderen in musea. De grote ideologieën hebben vanaf de jaren negentig plaatsgemaakt voor de kleine verhalen. Dit nieuwe engagement krijgt veel nieuwe vormen, waaronder de community art. Publieksparticipatie speelt hierbij een grote rol en er wordt gepoogd een nieuwe gemeenschap te creëren. In Nederland wordt de community art op de kaart gezet door Jeanne van Heeswijk (1965). De kunst van Jeanne van Heeswijk dient als handvatten voor participanten om hun eigen doelen te bereiken. In tegenstelling tot de kunst van Constant, die alleen een doel aangeeft. Een groot verschil tussen de twee kunstenaars het gebruik van publieksparticipatie. Dit zorgt ervoor dat er een omgeving wordt gecreëerd waardoor de mogelijkheid kan ontstaan dat participanten nieuwe vaardigheden en inzichten kunnen opdoen. Op deze manier kan de kunst invloed hebben op maatschappelijke verandering. Hierbij is het wel van belang dat de doelgroep zich buiten de gesloten kunstwereld bevindt en behoefte heeft aan emancipatie.