“Je kunt wel de tolkentelefoon bellen, maar dan?” Een kwalitatief onderzoek naar de interculturele vaardigheden van geneeskundestudenten.
Summary
Om communicatie met anderstalige patiënten mogelijk te maken wordt veelal gebruik gemaakt van informele tolken. Zij zijn vertrouwd met de patiënt en kunnen extra informatie geven. Aangezien deze tolken niet accuraat en volledig vertalen en hun gebrek aan professionaliteit kan zorgen voor medische miscommunicatie, wordt vanuit de literatuur afgeraden om hen te gebruiken (Flores, 2005; Meeuwesen & Twilt, 2011). Een andere mogelijkheid is de inzet van professionele tolken, die gemakkelijk gebeld kunnen worden via de tolkentelefoon. Het blijkt echter dat artsen hier in de praktijk niet vaak gebruik van maken. Zij onderschatten de risico’s van informele tolken en beschikken niet over de juiste vaardigheden om effectief om te gaan met professionele vertaaldiensten. Naast deze vaardigheden in communiceren met een taalbarrière, dient de arts ook rekening te houden met cultuurverschillen. Deze verschillen kunnen van invloed zijn op de arts-patiëntrelatie. Interculturele communicatie wordt namelijk steeds belangrijker binnen de gezondheidszorg door o.a. migratie en globalisatie. Artsen moeten getraind worden om deze situaties te herkennen, maar enkele kwantitatieve studies (Ikram et al., 2015; Van Wieringen et al., 2003) hebben aangetoond dat deze training aan medische studenten schaars blijkt. Dit onderzoek heeft op een kwalitatieve manier onderzocht hoe geneeskundestudenten van de Universiteit Utrecht en de Radboud Universiteit worden voorbereid op communicatie met anderstalige patiënten. Er blijkt dat zij weinig tot geen onderwijs krijgen over cultuurverschillen en communicatie via tolken en dus niet goed worden voorbereid op deze communicatie. De studenten geven aan behoefte te hebben aan meer uitleg over omgang en communicatie met/via professionele tolken.