Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorCusveller, B
dc.contributor.authorWesterlaken, J.
dc.date.accessioned2009-08-07T17:02:01Z
dc.date.available2009-08-07
dc.date.available2009-08-07T17:02:01Z
dc.date.issued2009
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/2992
dc.description.abstractSamenvatting AANLEIDING: Hbo- verpleegkundigen worden geacht competent te zijn in georganiseerd ethisch overleg. Onduidelijk is hoe de competentie zich ontwikkelde en welke factoren van invloed zijn. VRAGEN Welke ontwikkeling van de competentie voor deelname aan georganiseerd ethisch overleg kan worden aangetoond vanaf het begin van de hbo-v tot zes jaar na de diplomering? Beïnvloeden factoren als ervaring, onderwijs en organisatie deze ontwikkeling? DOEL Inzicht verkrijgen in de ontwikkeling van de competentie voor deelname aan georganiseerd ethisch overleg bij drie cohorten (oud)-studenten aan de hbo-v. METHODE Tijdens een beschrijvend cross-sectioneel onderzoek hebben (oud)-studenten (N=179) van een hbo-v, maar komend uit verschillende regio’s, een door de onderzoeker ontwikkelde en gevalideerde vragenlijst ingevuld. Gevraagd werd naar kennis, houding en vaardigheden, te gebruiken als persoon, in het methodisch handelen en voor organisatorische inbedding van ethisch overleg en naar factoren die bijdragen aan de ontwikkeling van de competentie. Absolute en relatieve frequenties werden bepaald, gemiddeldes zijn beschreven en getoetst met een enkelvoudige Anova. Beïnvloedende factoren werden beschreven en als toelichting bij de resultaten gebruikt. RESULTATEN Uitgesplitst naar drie groepen leidden de resultaten tot specifieke informatie over ontwikkeling van de competentie voordat studenten ervaring opdeden met georganiseerd ethisch overleg en daarna. Kennis en vaardigheden ontwikkelden significant tijdens de hbo-v als het ging om de directe patiëntenzorg. Ná de opleiding ontwikkelde houding ten opzichte van ethisch overleg, maar ontbreekt het oud-studenten aan vaardigheden en zelfvertrouwen. CONCLUSIES Tijdens en na de hbo-v is de ontwikkeling van de competentie voor georganiseerd ethisch niet geheel positief. Ervaring, onderwijs en organisatie lijken hierop van invloed. AANBEVELINGEN: Hoger beroepsonderwijs voor verpleegkundigen dient zich vanaf het begin te richten op het onderhouden van de aanwezige motivatie voor ethisch overleg. Vervolgonderzoek kan beschreven belemmeringen van het zich niet competent voelen verder uitdiepen en de daadwerkelijke bijdrage van (oud)-studenten aan ethisch overleg onderzoeken.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent837403 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleOntwikkeling van de competentie, die hbo-verpleegkundigen gebruiken in georganiseerd ethsich overleg. Over (oud)-studenten die zeer gemotiveerd zijn voor georganiseerd ethisch overleg maar zich beperkt voelen in hun hbo rol.
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsTrefwoorden: morele besluitvorming, ethisch overleg, ethische commissies, morele competenties en verpleegkunde en/of verpleegkundige. Keywords: moral competencies in nursing, moral decision making, moral reasoning, moral judgement, ethical rounds, ethics committees and decision making ethics.
dc.subject.courseuuVerplegingswetenschap


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record