Tussen tolerantie en verbod
Summary
Onderhavige studie poogt vanuit een vergelijkend perspectief de uiteenlopende ontwikkeling van het
naoorlogse kartelbeleid in respectievelijk Nederland en Duitsland te verklaren. Waar Nederland het
grootste deel van de 20ste eeuw te boek stond als kartelparadijs, liep Duitsland sinds de Tweede
Wereldoorlog in Europa voorop met een streng kartelverbod. Het vergelijkende kader bestaat uit een
vijftal factoren die in samenspel de koers van het kartelbeleid hebben bepaald. Het gaat hier om: de
plaats van het kartelbeleid binnen de economische politiek, de economische impact van kartels zelf,
externe invloeden, conjuncturele schommelingen en de aard van het karteldiscours. Betoogd is dat geen
dezer factoren op zichzelf in staat is de koers van het kartelbeleid te verklaren. Slechts in onderlinge
samenhang kan de divergentie tussen het Nederlandse en Duitse kartelbeleid worden verklaard. Hierbij
wordt betoogd dat met name het belang van een wetenschappelijk karteldiscours voor de herziening van
het kartelbeleid in de literatuur ten onrechte onderbelicht is gebleven. Waar Duitsland reeds in de eerste
helft van de twintigste eeuw zo een discours ontwikkelde, bleef Nederland achter. Daarnaast was in
beide landen een exogene schok nodig om het transitieproces van misbruik- naar verbodsstelsel in gang
te zetten. In Duitsland had deze schok gelijk na de Tweede Wereldoorlog plaats; de Amerikaanse
bezetter gaf het startsein voor het ontwerp van een nieuwe kartelwet. Zo een herziening vond in
Nederland pas in 1998 plaats, onder druk van de voortschrijdende Europese economische integratie.