Expectancy en Paniekstoornis: Een studie naar de expectancy bias en de extinctie van expectancy in patiënten met Paniekstoornis en gezonde controles.

Abstract

Onderzoek wijst in toenemende mate op een belangrijke rol van verwachting in de ontwikkeling en het voortduren van angststoornissen. Het cognitieve proces dat bekend staat als expectancy bias, de neiging om de link tussen geconditioneerde en ongeconditioneerde stimuli te overschatten, speelt mogelijk tevens een rol in het aanhouden van symptomen. Dit onderzoek heeft als doel het verschil in verwachting met betrekking tot paniek-gerelateerde (CS+) en neutrale (CS-) stimuli tussen patiënten met paniekstoornis en gezonde controles te onderzoeken. Tevens poogt het de verschillen in afname van verwachting tussen deze groepen in kaart te brengen. Tot slot heeft het als doel de link tussen expectancy bias en angst, gemeten middels de BAI, verder te onderzoeken. Drieënzeventig patiënten gediagnosticeerd met paniekstoornis met agorafobie, en vijfenzestig gezonde controles werden gevraagd aan te geven in welke mate zij een ongeconditioneerde stimulus (US) verwachtten na blootstelling aan CS+ en CS- trials in de Expectancy Bias Task. In deze taak werden 12 trials met paniek-gerelateerde woorden (CS+) en 12 trials met neutrale woorden (CS-) gepresenteerd. Daarnaast werden zij verzocht een aantal vragenlijsten in te vullen. Uit de resultaten bleek dat patiënten significant hogere verwachtingen rapporteerden dan controles op beide stimulustypen. CS+ presentaties leidden tot hogere verwachtingen dan CS- presentaties in beide groepen. Hoewel verwachtingen met betrekking tot CS+ verminderden in de tweede helft van de taak in beide groepen, namen de verwachtingen met betrekking tot CS- toe in beide groepen. Uit de resultaten kon geen significante voorspellende waarde van de BAI met betrekking tot verwachting worden afgeleid. Deze studie wijstop de aanwezigheid van de expectancy bias bij patiënten met paniekstoornis en onderstreept de rol van verwachting in angst verder. Vervolgonderzoek zou gericht kunnen worden op het verder onderzoeken van de link tussen verwachting en extinctie, gezien de voorspellende waarde die dit zou kunnen hebben met betrekking tot het verloop van paniekstoornis.