Effect raadsman op communicatiestijl van rechter tijdens jeugdbeschermingszaken

Abstract

Inleiding: Gedurende een rechtszitting betreffende een kinderbeschermingsmaatregel mogen ouders zelf spreken en/of zich laten vertegenwoordigen door een raadsman. De rechter moet gedurende een rechtszitting op dezelfde manier communiceren, ongeacht de aanwezigheid van een raadsman, om te voorkomen dat ouders de rechter niet meer begrijpen. Methode: Middels observatielijsten zijn rechtszittingen geobserveerd, waarbij de houding van de rechter, de spreekstijl van de rechter, het gebruik van gesprekstechnieken door de rechter en de moeilijkheid van de communicatie van de rechter zijn onderzocht. De rechtszittingen waarbij een raadsman voor de ouder(s) aanwezig was en waarbij geen raadsman aanwezig was, zijn gebruikt voor het huidige onderzoek (n = 351). Effecten zijn berekend door middel van Cohen’s d. Resultaten: Uit de resultaten blijkt dat er geen effect is van aanwezigheid van een raadsman voor de ouder(s) op de houding van de rechter en het gebruik van gesprekstechnieken door de rechter. Aanwezigheid van een raadsman voor de ouder(s) heeft wel een positieve invloed op de spreekstijl van de rechter en de moeilijkheid van de communicatie van de rechter. Conclusie: De aanwezigheid van een raadsman voor de ouder(s) is niet of nauwelijks van invloed op de communicatiestijl van de rechter. Discussie: Toekomstig onderzoek moet zich nog verder richten op communicatieve vaardigheden van de rechter richting de ouders en het uitsluiten van invloeden van niet onderzochte factoren om de causaliteit te kunnen bepalen.