Stressreactie en coping: Het verschil tussen mensen met een lichte - matige verstandelijke beperking met en zonder hechtingsproblemen.
Summary
Achtergrond: Mensen met een verstandelijke beperking ervaren vaker stress dan mensen zonder verstandelijke beperking. Beperkte copingvaardigheden en hechtingsproblemen vergroten daarnaast het risico op het ervaren van stress. Vraagstelling: Bestaan er verschillen in fysiologische reactie, copingstijl en zelfgerapporteerde spanning tussen mensen met een lichte–matige verstandelijke beperking mét en zonder hechtingsproblemen tijdens een psychologische onderzoekssessie. Methode van onderzoek: Negen cliënten van ’s Heeren Loo-Zuid namen deel aan het onderzoek en werden toegewezen aan een onderzoeksgroep: Groep 1 (met hechtingsproblemen) of Groep 2 (zonder hechtingsproblemen). Tijdens een psychologische onderzoekssessie werden twee niet-stresstaken en één stresstaak gemaakt. Op acht vooraf bepaalde momenten werden de bloeddruk en hartslag gemeten en de Spanningsthermometer ingevuld. Opnames van de onderzoekssessie werden gebruikt om de door participanten gehanteerde copingstijlen vast te stellen. Resultaten: De resultaten toonden aan dat er geen significante verschillen in bovendruk, onderdruk, hartslag, copingstijl en zelfgerapporteerde spanning bestonden tussen de twee onderzoeksgroepen. Opvallende trends na de stresstaak, doch niet significant, waren een toename in bovendruk voor beide onderzoeksgroepen en een toename van de onderdruk en hartslag bij Groep 1, maar niet bij Groep 2. Daarnaast werd de vermijdende copingstijl meer gebruikt door Groep 1 dan Groep 2, behalve tijdens de stresstaak. Verder werden de actieve- en afleidende copingstijlen vaker gebruikt door Groep 2 dan door Groep 1. Conclusie: Er zijn geen significante verschillen gevonden tussen mensen met een lichte – matige verstandelijke beperking met en zonder hechtingsproblemen. De implicaties, beperkingen en aanbevelingen voor verder onderzoek zijn verder beschreven.