Een hedendaags perspectief op de kunstcollectieven Gorgona, OHO group en Group of Six Artists uit voormalig Joegoslavië
Summary
De drie kunstcollectieven Gorgona, OHO group en Group of Six Artists waren gedurende de periode 1960 – 1978 actief in Joegoslavië. Ze hielden zich vanuit een collectieve samenwerking intensief bezig met kunstproductie. Zo was het kenmerkend dat ze eigen publicaties uitbrachten en zich concentreerden op werken die niet-materiële resultaten voortbrachten. De praktijk en documentatie van deze kunstcollectieven werd pas vanaf de jaren negentig structureel geïnventariseerd. Inmiddels worden ze in de hedendaagse kunstwereld toenemend besproken en gerepresenteerd, onder andere bij het MoMA en de 57ste Biënnale van Venetië. De collectieven krijgen langzamerhand (internationale) erkenning. Ze zijn nog niet vertegenwoordigd in overzichtsboeken en dat blijkt ook complexer, aangezien ze wat dat betreft deel zijn van een discussie over hoe West- en Oost-Europese kunsthistorische lijnen met elkaar verenigd kunnen worden om zo één verhaal te vertellen. In deze thesis wordt de hoofdvraag ‘hoe kunnen Gorgona, OHO group en Group of Six Artists worden begrepen vanuit een hedendaags perspectief?’ centraal gesteld. Om tot een analyse te komen hoe de kunstcollectieven vanuit hedendaags perspectief kunnen worden begrepen, werd aan de hand van een vergelijkend literatuuronderzoek, onderzoek in de bibliotheek van de Moderna Galerija in Ljubljana en gesprekken met betrokkenen naar een conclusie toegewerkt.
In het eerste hoofdstuk wordt Joegoslavische kunst uit de periode 1945-1989, als onderdeel van een Oost-Europees kunstdiscours, in een theoretisch en institutioneel perspectief geplaatst. Hierbij wordt naar theorieën van Piotr Piotrowski, Hans Belting en Boris Buden en gekeken. In dit hoofdstuk wordt duidelijk dat het traditionele westerse perspectief op kunst sinds de val van de muur domineert en dat er pas in een gedecentraliseerde situatie ruimte zou zijn voor een evenredige vertegenwoordiging van de Joegoslavische kunstgeschiedenis.
Vervolgens richt het tweede hoofdstuk zich op enerzijds het kunstklimaat ten tijde van het verenigd Joegoslavië en anderszijds op de casestudies van de kunstcollectieven van de New Art Practice. Hieruit bleek dat algemeen kan worden gesteld dat Gorgona, OHO group en Group of Six Artists alternatieve modellen in de kunstproductie zochten en construeerden. Dit werd op verschillende wijzen in werking gezet. De verschillen houden verband met de organisatie van hun kunstpraktijk. Gorgona leverde indirect kritiek op de socialistische bureaucratische samenleving door een zelf-economie te creëren. De OHO-groep deelde een zekere kritiek op het tentoonstellen van kunst in instellingen. Dit werd in eerste instantie versterkt doordat hun werk op straat en in de natuur plaatsvond. Ook Group of Six Artists zocht de straat en het publiek op door straattentoonstellingen te houden.
In het derde hoofdstuk wordt besproken hoe de New Art Practice collectieven zich vanuit hedendaags perspectief verhouden tot de westerse koers van de conceptuele kunst. Hierbij komt naar voren dat de kunstcollectieven weliswaar raakvlakken hebben met de westerse conceptuele kunst omdat beiden zich in de jaren zestig en zeventig op een kunstproductie concentreerden die niet altijd een resultaat oplevert, maar dat andere karakteristieken van de groepen voortkwamen uit de socialistische context.
Tot slot wordt in het vierde hoofdstuk behandelt hoe de collectieve praktijk van deze kunstcollectieven vanuit hedendaags perspectief kan worden begrepen. Hieruit volgt dat de collectiviteit van de kunstcollectieven van de New Art Practice de collectiviteit toepasten om een onafhankelijke kunstscene op te richten die zich niet baseerde op ‘bruikbare’ of economische waarden, zoals dat tegenwoordig vaak wordt gedaan, maar streefde naar oprechte vormen van solidariteit.
Hieruit kan worden geconcludeerd dat er vanuit andere voorwaarden terug wordt gekeken en dat er vaak naar aanknopingspunten en openingen in de traditionele westerse kunstgeschiedschrijving en kunstwereld wordt gegrepen om deze kunstcollectieven vanuit hedendaags perspectief te begrijpen en te representeren.