Zinsbegrip van het Nederlands bij nieuwkomers: onderzoek naar Child L2

Abstract

In deze scriptie is gekeken naar de grammaticale vaardigheden van kinderen op een speciale basisschool voor nieuwkomers: Taalschool Utrecht. Dit onderzoek is uitgevoerd om een beter beeld te krijgen van Child L2 in vergelijking met andere vormen van taalverwerving zoals Child L1 en Adult L2. De participanten zijn child L2 sprekers van het Nederlands tussen de 5 en 8. Met behulp van de nieuwe methode Coloring Book (CB), gemaakt door Manuela Pinto en Shalom Zuckerman, is gekeken naar verschillende passieve grammaticale vaardigheden: aspect, de passief, actief, het principle B effect en subject pronouns. Uit dit onderzoek bleek dat child L2 sprekers voornamelijk moeite hebben met het aspect toekomende tijd, ook wordt er beter begrepen waar het persoonlijk voornaamwoord hem naar verwijst t.o.v. van het wederkerend voornaamwoord zichzelf. Er is een correlatie tussen leeftijd en prestatie op de CB. Echter is de correlatie tussen verblijftijd en prestatie groter. Dit resultaat is te verwachten aangezien in het geval van Child L2 sprekers, leeftijd niet correleert met blootstelling aan de taal. Daarentegen is dit wel het geval bij verblijftijd. Door het grote aantal Arabische moedertaalsprekers is deze groep vergeleken met de niet-Arabische participanten, op gebieden waar een verschil verwacht zou kunnen worden tussen het Arabisch en het Nederlands: de passief en subject pronouns. Er is geen significant verschil gevonden.