Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorNoordstar, J.
dc.contributor.authorNannes, S.
dc.date.accessioned2018-05-17T17:00:45Z
dc.date.available2018-05-17T17:00:45Z
dc.date.issued2017
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/29039
dc.description.abstractDoel. Participatie in fysieke activiteit is essentieel voor de preventie van overgewicht bij kinderen. De meeste Nederlandse kinderen zijn echter te weinig fysiek actief. Volgens het Expectancy-Value Model zijn motorisch zelfbeeld en motorische zelfwaardering belangrijke voorspellers van participatie in fysieke activiteit. Eerder onderzoek heeft zich alleen gericht op de ontwikkeling van motorisch zelfbeeld en motorische zelfwaardering maar niet op de samenhang met daadwerkelijk gedrag. Methode. In deze studie is daarom de samenhang onderzocht tussen motorisch zelfbeeld, motorische zelfwaardering en fysieke activiteit bij Nederlandse kinderen van 7 tot 13 jaar oud (n = 57, 49.1% jongen, Mleeftijd= 8.02). Hierbij werd onderscheid gemaakt tussen balvaardigheid en grove motoriek. Ook zijn de verschillen onderzocht tussen jongens en meisjes en motorisch zwak en normaal ontwikkelde kinderen. Resultaten. Er is een significant verband tussen motorisch zelfbeeld en motorische zelfwaardering. Er zijn geen verschillen gevonden in motorisch zelfbeeld, motorische zelfwaardering en fysieke activiteit tussen jongens en meisjes en tussen motorisch zwak en normaal ontwikkelde kinderen. Voor jongens hangt motorisch zelfbeeld over balvaardigheid significant samen met fysieke activiteit, net als motorisch zelfbeeld en zelfwaardering over grove motoriek. Voor motorisch zwak ontwikkelde kinderen hangt motorisch zelfbeeld significant samen met motorische zelfwaardering. Conclusie. Concluderend vergroot dit onderzoek de kennis over fysieke activiteit, motorisch zelfbeeld en motorische zelfwaardering in balvaardigheid en grove motoriek bij Nederlandse basisschoolkinderen. De samenhang tussen deze constructen verschilt per domein en wordt bovendien beïnvloed door sekse en motorische vaardigheid. Vervolgonderzoek moet zich richten op een grotere steekproef en betrouwbaardere meetinstrumenten.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent351321
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleMotorisch zelfbeeld, motorische zelfwaardering en fysieke activiteit bij Nederlandse basisschoolkinderen van zeven tot en met 12 jaar oud.
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsmotorisch zelfbeeld; motorische zelfwaardering; fysieke activiteit; kinderen
dc.subject.courseuuClinical Child, Family and Education Studies


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record