Taaltraining academische woordenschatschat in het hbo met het accent op retentie in het langetermijngeheugen De pilot bij de Lerarenopleiding InHolland: investeren in academische taalvaardigheid
Summary
Samenvatting
‘Ik schrijf dit verslag na aanleiding van de stageperiode, waarin ik schrijf hoe me lessen zijn vergaan.’
In deze pilot is er expliciet aandacht besteed aan de verwerving van academisch vocabulaire in het hbo, met als doel de retentie van de woorden in het langetermijngeheugen. Eerstejaarsstudenten die zichzelf rekenden tot de risicogroep konden deelnemen aan deze taaltraining van zeven bijeenkomsten. De taaltraining had een tweeledig karakter; enerzijds werden de studenten voorbereid op de hbo-taaltoets en anderzijds kregen zij een onderdompeling in het academisch vocabulaire. Het doel hiervan was de verwerving van een toereikend formeel academisch taalregister, zodat zij hier profijt van zouden hebben tijdens de gehele studieloopbaan.
Dit onderzoek is uitgevoerd onder 34 DT- en VT-eerstejaarsstudenten van de Lerarenopleiding van InHolland. De studenten hebben zeven weken een taaltraining gevolgd, waarbij zij een academische woordenlijst van 198 woorden gingen leren. De studenten zijn hierbij in twee groepen verdeeld. Elke groep heeft de woorden geleerd door middel van twee didactische werkvormen: woordenlijst/met context en woordkaarten/zonder context.
De studenten maakten twee keer dezelfde woordenschattoets. Op toets 1 hebben de studenten zich voorbereid en toets 2 volgde onverwachts één tot twee weken later om de retentie van de woorden in het langetermijngeheugen te meten. Deze toets telde niet mee voor de studieresultaten.
De hoofdvraag: Welke didactische werkvorm is het meest effectief ten aanzien van de retentie van het academisch vocabulaire in het langetermijngeheugen? heeft als antwoord opgeleverd dat het leren met woordkaarten zonder de context erbij te betrekken de meest effectieve werkvorm is voor het leren van het academisch vocabulaire.