Competentiebeleving en Beoordeling van Risico op Kindermishandeling door Werknemers van Peutercentra: Training en Werkfunctie
Summary
Inleiding. Deze studie richt zich op pedagogisch medewerkers en zorgconsulenten, werkzaam in peutercentra, die wel of geen training rondom kindermishandeling hebben gevolgd. Het doel van deze studie is te onderzoeken of deze vier groepen, gebaseerd op werkfunctie (pedagogisch medewerkers en zorgconsulenten) en training, verschillen in het beoordelen van risico op kindermishandeling en competentiebeleving omtrent signalering. Methode. Pedagogisch medewerkers en zorgconsulenten van de organisatie Spelenderwijs hebben verschillende vragenlijsten ingevuld. Vignetten zijn gebruikt om de risicobeoordeling van werknemers te meten. Competentiebeleving is gemeten aan de hand van een 5-puntsschaal. Tweeweg ANOVA’s zijn uitgevoerd om de onderzoeksvragen te beantwoorden. Resultaten. De resultaten laten zien, zoals verwacht, dat werknemers die training hebben gevolgd beter risico beoordelen op kindermishandeling dan werknemers die geen training hebben gevolgd. In tegenstelling tot zowel de verwachtingen als recente literatuur, verschillen groepen gebaseerd op training niet in hun competentiebeleving. Groepen gebaseerd op werkfunctie verschillen niet in het beoordelen van risico op kindermishandeling en ook niet in competentiebeleving rondom signalering. Discussie. Vervolgonderzoek naar de complexe relatie tussen training en risicobeoordeling wordt aangeraden. Kennis over dit onderwerp kan gebruikt worden om effectieve trainingen in te zetten, wat kan zorgen voor een betere signalering en rapportage van kindermishandeling.