Jinnah: verguisd en verafgood
Summary
Dit onderzoek richt zich op beeldvorming, waarbij het dualisme in de beeldvorming omtrent Mohammed Ali Jinnah, de grondlegger van Pakistan, als casus wordt genomen. Betoogd wordt dat historici, vanuit hun achtergronden, in belangrijke mate hebben bijgedragen aan zowel positieve als negatieve beelden die er van Jinnah bestaan; zelfs in die mate dat Jinnah door verscheidene historici verheerlijkt dan wel verketterd is. Middels een discours-analyse van de historiografie worden deze beelden verklaard. Betoogd wordt eveneens dat de achtergronden van de historici van fundamenteel belang zijn, te meer daar met name Pakistaanse en Indiase historici over Jinnah hebben geschreven. In beide landen geldt Jinnah namelijk als een symbool; respectievelijk als vader van de natie en als vernietiger van de natie. Zodoende wordt geconcludeerd dat historici, die veel baat hebben bij de wetenschap dat zij zelf beelden scheppen en dat hun achtergrond de vorm van deze beelden bepaalt, zich sterker op de imagologie dienen te richten en dat discours-analyses van de historiografische tradities waar zij op voort bouwen onontbeerlijk zijn. Dit geldt in het bijzonder voor biografische geschiedschrijving, daar bij het schrijven van biografieën het gevaar van verheerlijking en verachting immer op de loer ligt.