De ijzeren verpleegster. Een kwalitatief onderzoek naar de houding van verpleegkundigen tegenover robotisering en de invloed van robotisering op hun baankenmerken
Summary
Hoewel de inzet van robots (zowel bewust als onbewust) kan leiden tot een verandering van het takenpakket van medewerkers (Ter Weel, 2015), heeft het merendeel van de studies naar robots in de zorg aandacht voor ofwel de acceptatie van robots door patiënten of de interactie tussen robots en patiënten (zie voor een overzicht o.a. Broadbent, Stafford & MacDonald, 2009). Een klein aantal studies biedt inzicht in de kijk van verpleegkundigen op robots (Ljungblad, Kotrbova, Jacobsson, Cramer & Niechwiadowicz, 2012; Siino & Hinds, 2005; Van Kemenade, Konijn & Hoorn, 2015). Echter, de bijdrage van robotisering aan het werkproces is nog onvoldoende belicht vanuit het perspectief van het personeel. Toch is het interessant om zicht te verkrijgen in de bijdrage van robotisering aan het werkproces en de invloed hiervan op medewerkers. Dit onderzoek levert daar een bijdrage aan door inzichtelijk te maken wat de houding van verpleegkundigen tegenover robotisering is en welke invloed robotisering volgens hen op hun baankenmerken heeft. Onder robotisering worden die geprogrammeerde middelen verstaan die zowel niet-autonoom als autonoom kunnen worden ingezet om handelingen van verpleegkundigen te ondersteunen of over te nemen. Door het Job Demands-Resources Model (JD-R-model) in dit onderzoek als raamwerk te hanteren, kan ieder baankenmerk worden gecategoriseerd als potentiële bron van werkstress (job demand; werkeis) of energie (job resource; energiebron). De brede definitie van robotisering en de mogelijkheid om het JD-R-model flexibel toe te passen, gaven de mogelijkheid om de centrale concepten (robotisering en baankenmerken) binnen een verkennend onderzoek te bestuderen.
Empirische data is verkregen door vijftien semigestructureerde interviews af te nemen onder verpleegkundigen van twee afdelingen van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht). Dit academische ziekenhuis werkt met niet-autonome robots die bedoeld zijn om handelingen van verpleegkundigen te ondersteunen. Uit het onderzoek komt naar voren dat de houding van verpleegkundigen overwegend positief is en er sprake is van invloed op baankenmerken. De bevindingen bevestigen eerdere inzichten over de houding van verpleegkundigen tegenover robotisering en de onderliggende praktische (Ljungblad et al., 2012) en ethische argumentatie hiervoor (Siino & Hinds, 2005; Van Kemenade et al., 2015). Ter aanvulling hierop blijkt dat de professionele identiteit van verpleegkundigen hun houding tegenover robotisering kleurt en bepaalt welke betekenis verpleegkundigen aan de invloed van robotisering op baankenmerken geven. De basis van hun professionele identiteit is namelijk het werken met mensen en iets voor de medemens willen betekenen (energiebron). Vanuit die gedachte zien verpleegkundigen robots dan ook enkel ter ondersteuning van hun handelingen en niet (door de inzet van een volledig autonome robot) ter overname van hun handelingen binnen de directe patiëntenzorg. Voor handelingen buiten de directe patiëntenzorg zien verpleegkundigen zowel mogelijkheden voor ondersteuning als voor overname van hun handelingen door robots. Robotisering beïnvloedt de baankenmerken van verpleegkundigen door de werkeisen fysieke belasting en tijdsdruk te reduceren. Met behulp van de reductie van werkeisen wordt (meer) ruimte voor de energiebronnen van verpleegkundigen gecreëerd. Tot slot wordt door verpleegkundigen voorkomen dat robotisering hun energiebronnen schaadt door de afweging te maken of het doel waarvoor een robot wordt ingezet strookt met de overtuigingen vanuit hun professionele identiteit.