Minder vlees, ook lekker? Een onderzoek naar de vleesconsumptie van studenten
Summary
De afgelopen decennia heeft een stijging van de uitstoot van broeikasgassen in de atmosfeer een groot effect gehad op de aarde. Zo is de afgelopen 30 jaar al zeker de helft van het noordpoolijs gesmolten (Mommers, 2016). Vlees heeft een relatief hoog aandeel in deze uitstoot van broeikasgassen in vergelijking met andere productgroepen (De Valk, Hollander & Zijp, 2016). 14,5% van alle broeikasgassen is namelijk afkomstig van de veeteelt. Het eten van minder vlees is daarom gunstig voor onze aarde. Het aantal mensen dat minder vlees eet stijgt de laatste jaren, toch blijft vlees voor veel mensen nog een vast element in hun eetpatroon (Dagevos, Voordouw, Van Hoeven, Van der Weele en De Bakker, 2012). Het is interessant om na te gaan waarom de een vanuit dergelijke klimaatoverwegingen wel de overstap heeft gemaakt naar het consumeren van minder vlees en de ander niet. In dit onderzoek richt ik mij op een specifieke groep respondenten: studenten. Hieruit volgen dan ook de twee hoofdvragen voor dit onderzoek. Ten eerste de vraag: “Waarom kiezen studenten specifiek vanuit klimaatoverwegingen er al dan niet voor om minder vlees te eten?”. En de tweede vraag is: “Hoe kan de vleesconsumptie van studenten beïnvloed worden?”.