De turboliquidatie van de BV. Een onderzoek naar de wettelijke regeling omtrent de turboliquidatie.
Summary
In deze scriptie is onderzoek verricht naar de wettelijke regeling omtrent de turboliquidatie van de BV. De turboliquidatie is in de juridische literatuur een veelbesproken onderwerp. Dat is niet zonder reden. In deze scriptie breng ik naar voren dat de wettelijke regeling omtrent de turboliquidatie van de BV op verschillende punten onvolkomenheden kent. Schuldeisers die achterblijven na een toegepaste turboliquidatie vissen veelal achter het net vanwege een gebrek aan transparantie. Hoewel achtergebleven schuldeisers de mogelijkheid hebben om enkele rechtsmiddelen in te stellen – welke achtereenvolgens aan bod komen in hoofdstuk 4 -, kleven aan ieder van deze middelen bezwaren die veelal zijn te herleiden tot het gebrek aan transparantie. De kans voor een onbetaald gebleven schuldeisers om succesvol op te komen tegen een onterecht toegepaste turboliquidatie is daarom klein. Gesteld kan worden dat schuldeisers benadeeld kunnen worden door de toepassing van de turboliquidatie en dat zij onder de huidige wettelijke regeling onvoldoende bescherming genieten om op te komen tegen deze benadeling. Om de proceskansen van schuldeisers te vergroten en daarmee hun belangen beter te waarborgen, zijn enkele wettelijke aanpassingen naar mijn idee wenselijk. Op basis van het door mij verrichtte onderzoek kom ik tot de verschillende aanbevelingen aan de wetgever. Zo zou bijvoorbeeld het begrip ‘baten’ uit artikel 2:19 lid 4 BW een nadere concretisering verdienen. Daarnaast zouden schuldeisers de mogelijkheid moeten krijgen om een onderzoek in te stellen, uitgevoerd door een onafhankelijke derde, naar de gang van zaken rondom de turboliquidatie. In de scriptie komen ook andere wettelijke aanpassingen aan bod.