Coping binnen de onderbouw van het vmbo en havo/vwo/gymnasium
Summary
Achtergrond: Het doel van het onderzoek is om na te gaan hoe leerlingen van het vmbo en havo/vwo/gymnasium omgaan met rekenproblemen en gebruik maken van cognitieve en gedragsmatige copingstrategieën. Om scholen inzicht te geven waarbij leerlingen ondersteund kunnen worden bij het ervaren van rekenproblemen. Methode: Aan dit onderzoek hebben 771 jongeren deelgenomen van het vmbo (69%) en havo/vwo/gymnasium (31%). De aan rekenengerelateerde coping is onderzocht met een experimentele lijst (Rekenbelevingslijst), de cognitieve coping met de Cognitive Emotion Regulation Questionnaire ([CERQ] Garnfeski, Kraaij, & Spinhoven, 2002) en de gedragsmatige coping met de Utrechtse Coping Lijst voor Adolescenten ([UCL-A] Bijstra, Jackson, & Bosma, 1994). Resultaten: De resultaten tonen aan dat er een samenhang is in het gebruik van adaptieve en maladaptieve copingstrategieën. Leerlingen van het havo/vwo/gymnasium gebruiken significant meer aan rekenengerelateerde en cognitieve adaptieve copingstrategieën dan leerlingen van het vmbo. Dit hangt samen met het resultaat dat wanneer jongeren meer aan rekenengerelateerde adaptieve copingstrategieën gebruiken zij ook meer cognitieve adaptieve copingstrategieën gebruiken. De leerlingen van het vmbo gebruiken significant meer aan rekenengerelateerde maladaptieve copingstrategieën. Daarnaast maken
meisjes significant meer gebruik van aan rekenengerelateerde en gedragsmatige adaptieve copingstrategieën dan jongens. Meisjes gebruiken echter ook meer cognitieve maladaptieve copingstrategieën. Conclusie: In dit onderzoek is er een relatie gevonden tussen het gebruik van aan rekenengerelateerde, cognitieve en gedragsmatige copingstrategieën bij leerlingen in de onderbouw van het voorgezet onderwijs. Waarbij rekening gehouden moet worden met de schoolvorm.