dc.description.abstract | In deze studie is de beleving van de omvang, aard en aanpak en daarnaast de feitelijke omvang van peer agressie en victimisatie onder vmbo leerlingen in de brugklas onderzocht. Hiermee is beoogd een bijdrage te leveren aan een effectieve aanpak van peer agressie en victimisatie. Er is een multi-methods design gehanteerd, waarin 85 brugklasleerlingen fungeerden als participanten. Hen is de Omgaan Met Elkaar Vragenlijst (OMEV) afgenomen, waarna 23 leerlingen zijn geselecteerd op hun rol bij peer agressie en victimisatie. Deze 23 leerlingen zijn semi-gestructureerde interviews afgenomen, die kwalitatief zijn geanalyseerd. De frequentiepercentages van de rollen laten zien dat de meeste leerlingen en vooral meisjes niet betrokken zijn bij peer agressie en/of victimisatie. Verder bleek dat zowel door de leerlingen als de zorgcoördinator, die fungeerde als informant, geen adequate definitie van peer agressie kon worden geven. Het overgrote deel van de leerlingen rapporteerde de omvang van peer agressie en victimisatie als ‘weinig’, maar beleefde wel openlijke en relationele agressie binnen hun klas. Verder bleek er een inconsistentie te bestaan tussen de aanpak van de school en de beleving van de leerlingen. Dit onderzoek onderstreept de noodzaak van een aanpak van peer agressie en victimisatie, die beter afgestemd is op de beleving van de leerlingen. | |