De invloed van stedelijke herstructurering op jongens in Kanaleneiland-Een onderzoek naar de effecten van het krachtwijkenbeleid op de buurtervaringen en het sociaalruimtelijk gedrag van jongens in Kanaleneiland
Summary
Opgroeien in een achterstandswijk is een onwenselijke situatie, omdat het tot gevolg kan hebben dat jongeren in aanraking komen met slechte buurtkenmerken, oftewel er is een mogelijkheid tot buurteffecten. Het gevolg hiervan is dat er een mogelijk negatieve invloed op het welzijn en de schoolprestaties optreedt en de jeugd deviant gedrag ontwikkelt. Het is van belang om deze onwenselijke invloeden te beperken, omdat jongeren meer gebruik van de wijk maken dan volwassen. Zij hebben minder financiële mogelijkheden en beschikken niet over een auto om de wijk te verlaten. Zodoende vinden hun sociale activiteiten vaak in de wijk zelf plaats, waardoor ook hun sociale netwerken zich hier bevinden. Daarom is er in 2007 het Actieplan Krachtwijken van kracht geworden. Hierbij lag de focus in het bijzonder op jongeren en op de openbare en semiopenbare ruimte met veel aandacht voor het opwaarderen en opknappen van speelplekken, pleintjes en parken. Daarnaast werd ingezet op sociale menging en diversiteit in zowel de woningvoorraad als in de sociale klasses in de wijk. Uit onderzoek komt naar voren dat de herstructurering maar een gering effect heeft op bewoners van achterstandswijken. Dit zijn echter vaak onderzoeken die een kwantitatieve manier zijn uitgevoerd en bovendien alleen onder volwassenen. De ervaringen van jongeren zijn onderbelicht gebleven, terwijl er wel degelijk verschil is in de ervaringen en belevingen tussen volwassenen en jongeren. Jongeren kunnen niet gezien worden als mini-volwassen. Deze afwezigheid van het beeld van jongeren in het stedelijk beleid kan tot mogelijk gevolg hebben dat er wijken ontstaan, waar de jeugd zich buitengesloten voelt. In deze thesis wordt met behulp van kwalitatief onderzoek getracht inzicht te geven in de ervaringen en belevingen van jongeren in Kanaleneiland, wat in de praktijk beperkt tot jongens, omdat zij het meest in de openbare ruimte verblijven. Gefocust wordt op de vraag wat de invloed van de herstructurering op de buurtervaringen en het sociaalruimtelijk gedrag van deze jongens is.
Als onderzoeksgebied dient de Utrechtse wijk Kanaleneiland en het onderzoek vindt plaats aan de hand van kwalitatieve onderzoeksmethoden, namelijk place-mapping, observatie en interviews. De respondenten zijn 18 jongens en 13 professionals. De jongens komen uit Kanaleneiland en zijn 12 tot 28 jaar, zodat er veel verschillende invalshoeken van het opgroeien in Kanaleneiland naar voren komen. De jongens zijn op verschillende manieren benaderd. Ze zijn aangesproken op straat, via scholen (ROC en Globe college) en buurthuizen (Cultuurhuis en Huis van vrede) benaderd. De professionals zijn per mail of persoonlijk benaderd voor een interview. Bij bij de respondenten komt naar voren dat de buurtervaring altijd al positief is geweest vanwege de hoge verbondenheid van de mensen met de wijk. Ze voelden zich ook in hun jeugd vellig in de wijk en kenden tijdens hun jeugd iedereen. Vroeger was de negatieve pers over Kanaleneiland een versterkende factor, waardoor men in de wijk naar elkaar toegroeide en Kanaleneiland een gesloten gemeenschap werd. De huidige verandering in buurtervaring komt vooral door de verandering van een onrustige wijk naar een meer rustige wijk. De buurtervaringen zijn door de herstructurering ten positieve veranderd. Vooral de ingrepen in de openbare ruimte en de speelplekken hebben een positieve invloed. Het beleid van de sociale menging heeft echter een verschillend effect op de respondenten. De een ervaart een gering effect of een slecht effect. Zo ontstaaner ‘parallel lifes lives’ in de wijk, waardoor de jongens zich minder thuis voelen in de wijk. Maar er zijn ook respondenten die positieve effecten zien of ervaren. Ze zien thans meer diversiteit in de wijk en in hun vriendengroep en ervaren dit als een positieve verandering. Wat opvalt is dat ervaringen verschillen per leeftijdscategorie; de wijk wordt door de verschillende leeftijdsgroepen anders ervaren. Ditzelfde kan gezegd worden met betrekking tot de plekken in de wijk. Sommige jongens ervaren een bepaalde plek als fijn en positief, terwijl ander jongens deze plek juist mijden. Ook hier valt op dat er per leeftijdscategorie verschil optreedt bij de keuze voor een plek. Jonge jongens blijven in de wijk vlakbij huis en maken hier vrienden. Op latere leeftijd krijgen ze meer bewegingsvrijheid en ervaren derhalve minder invloed van de plekken en de wijk. Dit was vroeger sterker dan heden ten dage. Er komt naar voren dat het sociaalruimtelijk gedrag enigszins kan worden beïnvloed door de herstructurering. De jonge jongens voelen thans minder restricties dan vroeger om naar een bepaalde plek te gaan en voelen zich nu vrijer om door de wijk te bewegen en zodoende andere jongens te ontmoeten. Het interessante is dat de ervaringen van de jongens en de professionals redelijk overeen komen, al zien de professionals wel nog veel rumoer in de wijk, terwijl dit niet meer terugkomt bij de jongens. Ditzelfde geldt voor de buurtervaring van de wijk als rustig en doods, een beleving die niet wordt gevoeld door de professionals. Voor toekomstig beleid is het dus van belang om verschillend beleid op te stellen voor verschillende leeftijdscategorieën jongeren en er moet rekening worden gehouden met zowel de positieve als negatieve ervaringen in een wijk.