dc.rights.license | CC-BY-NC-ND | |
dc.contributor.advisor | Vitse, Sven | |
dc.contributor.author | Wolff, N.F. | |
dc.date.accessioned | 2017-10-24T17:01:12Z | |
dc.date.available | 2017-10-24T17:01:12Z | |
dc.date.issued | 2016 | |
dc.identifier.uri | https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/27923 | |
dc.description.abstract | In de dierenverhalen van Toon Tellegen beleven de mier de eekhoorn en vele anderen allerlei voorvallen in het bijzondere dierenbos. Binnen onze organisatie van literatuur worden deze verhalen tot de categorie van kinder- en jeugdliteratuur gerekend. Op het eerste gezicht lijkt dit niet verwonderlijk, het zijn immers vrij korte verhalen over pratende en denkende dieren. Maar juist in dat denken zit ‘m de crux: in de verhalen wordt door de dieren erg veel nagedacht. Dat signaleert ook Zosha de Rond in een artikel in Vooys en Jacq Vogelaar in een recensie van de bundel Misschien waren zij nergens. De Rond verbindt deze bijzondere gedachtenkronkels aan de theorie van het groteske, Vogelaar ziet ze als filosofische inleiding. In dit eindwerkstuk neem ik beide artikelen als uitgangspunt en verbind ik de filosofische vragen aan bepaalde thema’s uit het postmodernisme. De centrale vraag van dit eindwerkstuk luidt: In hoeverre geven de dierenverhalen van Toon Tellegen uiting aan de postmoderne epistemologische en ontologische twijfel? Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor een bijzonder spel dat met de taal gespeeld wordt.
In het theoretisch kader wordt de basis gelegd voor een goed begrip van de daarop volgende analyse. De verhalen van Tellegen worden gepositioneerd binnen de jeugdliteratuur. Die is aan verandering onderhevig en we zien dat de grens tussen jeugd- en volwassenenliteratuur steeds meer vervaagt: een beweging waar de verhalen van Tellegen aan bijdragen. Ook worden de belangrijke postmoderne thema’s van epistemologie en ontologie, waar dit eindwerkstuk zich op toespitst, besproken. Daarnaast wordt stilgestaan bij de problematische relatie tussen taal en werkelijkheid die in het postmodernisme vorm krijgt. Deze taalproblematiek wordt in de analyse van de verhalen duidelijk zichtbaar.
In de analyse wordt uiteindelijk, aan de hand van een paar exemplarische verhalen, duidelijk blootgelegd hoe de besproken theorie in de verhalen Tellegen vervat zit. In die luchtig ogende kinderverhalen zijn namelijk wel degelijk postmoderne thema’s te herkennen. | |
dc.description.sponsorship | Utrecht University | |
dc.format.extent | 1190203 | |
dc.format.mimetype | application/pdf | |
dc.language.iso | nl | |
dc.title | 'Er zijn dingen die niet kunnen, maar wel zouden kunnen.' Een onderzoek naar postmoderne thema's in het dierenbos van Toon Tellegen. | |
dc.type.content | Bachelor Thesis | |
dc.rights.accessrights | Open Access | |
dc.subject.keywords | Toon Tellegen, Jeugdliteratuur, Ontologie, Epistemologie | |
dc.subject.courseuu | Nederlandse taal en cultuur | |